Eindejaarstips 2022

18 november 2022 | Auteur Andor Valkenburg & Jeroen van Strien

Het jaar nadert weer met rasse schreden het einde en een nieuw jaar is in zicht. Op velerlei terreinen staat ons ook in 2023 waarschijnlijk wel weer het nodige te wachten. Op fiscaal terrein heeft het kabinet op Prinsjesdag de nodige maatregelen en wetswijzigingen aangekondigd. Het einde van het jaar is ook zo’n moment om de fiscale, juridische en bedrijfseconomische situatie van u en uw onderneming tegen het licht te houden.

In dit artikel geven wij u een aantal tips en aandachtspunten.

Tips voor de DGA en (vermogende) particulieren

  1. De Box 3 – heffing; overleg met uw adviseur over de te nemen acties

Het zal u niet ontgaan zijn dat de (fiscale) gemoederen in 2022 aardig bezig gehouden worden met de box 3 perikelen. Het zogenaamde Kerstarrest dat de Hoge Raad in december 2021 heeft gewezen, is een behoorlijke knuppel in het hoenderhok geweest. De Hoge Raad heeft de box 3 heffing als ondeugdelijk en in strijd met de grondrechten ongestoord genot van eigendom en het verbod op discriminatie bestempeld. Tevens heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het “…werkelijk rendement ..” in de heffing moet worden betrokken. De zogenaamde bezwaarmakers, dat zijn de ongeveer 60.000 belastingplichtigen die tijdig bezwaar hebben gemaakt, krijgen rechtsherstel op basis van de forfaitaire spaarvariant. De niet-bezwaarmakers staan voorlopig nog in de vrieskou. Het kabinet is nog steeds van mening dat deze groep niet hoeft te worden gecompenseerd. Deze groep denkt daar anders over, wat leidt tot een ware stortvloed aan brieven, bezwaren, verzoeken om ambtshalve vermindering richting de Belastingdienst. Deze stortvloed gaat zij niet kunnen verwerken, vandaar dat er koortsachtig overleg tussen het Ministerie van Financiën en belangenorganisaties is. Dit heeft al geleid tot de aankondiging van het Ministerie van Financiën dat de niet-bezwaarmakers voor de jaren 2017 – 2020 geen actie hoeven te ondernemen, tenminste als het aangekondigde massaal bezwaar plus ook inderdaad voldoende afdekt. Bijvoorbeeld niet alleen dat deze groep ook rechtsherstel krijgt, maar dat ook de optie dat dit rechtsherstel plaats moet vinden op basis van het werkelijk rendement er in wordt meegenomen. Ook de bezwaarmakers, die het niet eens zijn met het rechtsherstel omdat hun werkelijk rendement lager is, moeten tijdig in actie komen. Helaas is het een traject dat met veel onduidelijkheden is omgeven en continue wijzigt. Het is ook zeker niet gezegd dat de Hoge Raad erin mee gaat dat ook de niet-bezwaarmakers gecompenseerd moeten worden of dat het rechtsherstel anders moet plaatsvinden; het kabinet laat haar beslissingen in deze afhangen van wat de Hoge Raad ervan vindt.

Tip: De tip en de noodzaak is dan ook samen met uw adviseur de ontwikkelingen goed in de gaten te houden en tijdig de noodzakelijke acties te ondernemen.

  1. De Box 3 heffing: breng uw vermogen in kaart en overweeg alternatieven

Voor 2022 – 2025 zal de box 3 heffing plaatsvinden op basis van de forfaitaire spaarvariant. De forfaitaire spaarvariant is ook een forfaitaire benadering voor de berekening van het box 3 rendement, waarbij wordt uitgegaan van de werkelijke vermogenssamenstelling in box 3. Er wordt uitgegaan van 3 separate forfaits: één voor banktegoeden, één voor overige bezittingen en één voor schulden. Deze krijgen ieder een eigen forfaitair rendement. Voor 2023 is alleen het forfaitaire rendement voor overige bezittingen bekend: 6,17%. Het forfaitaire rendement voor banktegoeden en schulden wordt pas in het eerste kwartaal 2024 bekend gemaakt en inderdaad daar is het laatste woord ook nog niet over geschreven en gezegd. Wat al wel bekend is, is dat het box 3 tarief jaarlijks met 1%-punt stijgt, van 31% in 2022 tot 34% in 2025.

Voor een deel van de belastingplichtigen in box 3 zal dit met zich meebrengen dat de box 3-heffing in 2023, 2024 en 2025 zal stijgen ten opzichte van voorgaande jaren. Dit zal met name het geval zijn bij belastingplichtigen die in box 3 over beleggingen beschikken (bijvoorbeeld vastgoed of aandelenportefeuilles). Afhankelijk van het rendement dat met de beleggingen wordt gemaakt, zal het voor sommige belastingplichtigen mogelijk voordeliger zijn om een deel van hun bezittingen in box 3 in te brengen in de B.V. Dit vergt een zorgvuldige beoordeling in overleg met uw belastingadviseur. Bij schuiven met vastgoed, waarbij geen gebruik gemaakt kan worden van vrijstelling dient men rekening te houden met een steeds hoger wordende overdrachtsbelasting. Voor 2023 wordt een heffing van 10,4% voorgesteld.

Tip: Bekijk met uw adviseur de vermogenssamenstelling en overweeg alternatieven, bijvoorbeeld box 3 bezittingen inbrengen in een B.V.

  1. Excessief lenen: actie nog in 2022 of in 2023?

Het Wetsvoorstel Excessief lenen bij eigen vennootschap is aangenomen door de Tweede Kamer en de verwachting is dat ook de Eerste Kamer het aan zal nemen. Dit betekent dan dat deze Wet per 1 januari 2023 ingaat. Kortgezegd komt deze Wet erop neer dat als u samen met uw partner, of met u verbonden personen, meer dan € 700.000 geleend heeft van uw B.V., het meerdere dan wordt aangemerkt als fictief inkomen in box 2. Een schuld aan de B.V. in verband met een eigen woning, wordt onder voorwaarden buiten beschouwing gelaten. De peildatum is 31 december 2023. Dit houdt in dat op peildatum wordt gekeken of de schulden meer of minder zijn dan € 700.000.

Tip: Het is raadzaam met uw adviseur te overleggen of er in 2022 nog acties moeten worden ondernomen. Bijvoorbeeld een dividenduitkering. Hierbij zal onder andere het AB-tarief een rol spelen. Dat is voor 2022 en 2023 26,9%. In 2024 wordt voor het AB een tweeschijventarief ingevoerd. Over de eerste € 67.000 betaalt u dan 24,5% belasting, daarboven 31%.

Let op!: Let bij dividenduitkeringen ook op de uitkeringstoets en het dividendverbod van de NOW. Voor de corona-belastingschuldenbetalingsregeling is het onduidelijk of er een dividendverbod geldt, het is in ieder geval risicovol en vooroverleg met de Belastingdienst is aan te bevelen.

  1. Vraag tijdig een voorlopige aanslag inkomstenbelasting 2022 aan

Is over 2022 nog een forse te betalen aanslag te verwachten, bijvoorbeeld omdat u in 2022 een dividenduitkering hebt ontvangen van uw vennootschap (waarover na verrekening van 15% dividendbelasting nog een aanvullende box 2-heffing van 11,9% is verschuldigd) of omdat u wellicht (een deel van) de aandelen in uw vennootschap heeft verkocht?

Tip: Ter voorkoming van eventuele belastingrente (als de aanslag na 1 juli 2023 wordt opgelegd) en ter verlaging van het box 3-vermogen per 1 januari 2023 kan zo spoedig mogelijk een voorlopige aangifte inkomstenbelasting 2022 worden ingediend, zodat de voorlopige aanslag 2022 nog in 2022 kan worden betaald.

  1. Besteed aandacht aan uw persoonlijke fiscale positie

Het einde van het jaar is een goed moment om na te gaan of uw persoonlijke fiscale positie nog optimaal is. Factoren die hierbij van belang kunnen zijn, zijn de afbouw van de (hypotheekrente)aftrek in box 1, het indammen van lenen van de eigen vennootschap en de gewijzigde box 3 heffing. Hierdoor kan het in specifieke gevallen bijvoorbeeld interessant zijn om uw hypotheek af te lossen, vermogen in te brengen in de B.V. of de rekening-courantpositie met uw vennootschap tegen het licht te houden.

Tip: Een financiële planning is een waardevol middel om duidelijkheid te verkrijgen over uw persoonlijke fiscale en financiële positie. Uw adviseur van PKF Wallast gaat graag met u in gesprek over de mogelijkheden en de toegevoegde waarde van een financiële planning in uw situatie.

  1. Heeft u al nagedacht over de opvolging van uw bedrijf?

Weet u al wanneer u wilt terugtreden uit uw bedrijf? En zijn er al één of meer opvolgers in beeld? Wat zijn de ideeën van de opvolger(s) over hun toetreding binnen het bedrijf en zitten jullie hierover op één lijn? Het is aan te raden om tijdig over bedrijfsopvolging na te denken en een langetermijnplan uit te zetten in overleg met uw adviseur van PKF Wallast. Het hele proces omtrent bedrijfsopvolging – van een plan maken en de fiscale afstemming daarvan tot en met de uiteindelijke (gefaseerde) uitvoering  – neemt in de praktijk vaak meerdere jaren in beslag.

Tip: Lees eens het volgende interview met onze collega’s Ron Henzen en Lianne Vermeulen-Boelm. En plan alvast een afspraak in met uw adviseur bij PKF Wallast om het onderwerp bedrijfsopvolging in 2023 op de gezamenlijke agenda te zetten.

  1. Betaal hypotheekrente vooruit

Afhankelijk van de hoogte van uw box 1-inkomen in 2022, kan het wellicht voordelig zijn om nog in 2022 de hypotheekrente over de eerste 6 maanden van 2023 vooruit te betalen. Deze vooruitbetaalde hypotheekrente is dan in 2022 aftrekbaar. Het maximale tarief waartegen de hypotheekrente kan worden afgetrokken is in 2022 nog 40% en daalt verder tot 37,07% in 2023. Om dezelfde reden kan het wellicht ook voordelig zijn om partneralimentatie in 2022 af te kopen of uw hypotheek over te sluiten in 2022, waardoor de te betalen afkoopsom of boeterente wellicht nog aftrekbaar is tegen maximaal 40%.

  1. Maak gebruik van schenkingsvrijstellingen

Indien u het geld kunt missen is een schenkingsplan een aardig idee om vermogen relatief gunstig over te hevelen naar de volgende generatie. Aan kinderen en kleinkinderen kan jaarlijks belastingvrij een geldbedrag geschonken worden. Voor kinderen bedraagt de vrijstelling € 5.677 (2022) voor kleinkinderen of neefjes en nichtjes € 2.274 (2022).

Daarnaast zijn er nog een aantal schenkingsvrijstellingen.

De eenmalig verhoogde vrijstelling van € 27.231 (2022 voor 2023 wordt het € 28.947). Deze vrijstelling kan eenmalig worden benut, voor een kind tussen de 18 – 40 jaar. Indien u vergeten bent uw zoon of dochter tijdig, dat is vóór zijn of haar 40ste verjaardag deze schenking te doen, dan is een escape nog schenken via hun (huwelijks- )partner indien deze de leeftijd van 40 nog niet heeft bereikt. Uw zoon of dochter kan dan de leeftijd van zijn of haar (huwelijks-)partner lenen. U schenkt dan nog steeds aan uw kind (de begiftigde) (en niet aan de partner), terwijl de begiftigde vervolgens in de aangifte een beroep doet op de verhoogde vrijstelling, welke op grond van een goedkeurend besluit kan worden toegepast, vanwege de juiste leeftijd van de partner.

Ouders kunnen in 2022 ook eenmalig belastingvrij € 56.724 schenken aan een kind voor het volgen van een dure studie. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:

  • Het kind moet ten tijde van de schenking tussen de 18 en de 40 jaar oud zijn;
  • De schenking moet in 1 jaar plaatsvinden;
  • Het kind moet het bedrag van de schenking aanwenden voor de betaling van de kosten van een studie of opleiding voor een beroep waarvan de kosten, exclusief de kosten van levensonderhoud, minimaal € 20.000 per jaar bedragen;
  • De bestemming van het geschonken bedrag voor de specifieke studie of opleiding en de verwachte kosten van die studie of opleiding moeten in een notariële akte zijn vastgelegd, en het geldt moet uiterlijk in het tweede jaar na het jaar van schenken daaraan zijn besteed.

De zogenaamde jubelton voor de eigen woning is alleen in 2022 nog mogelijk voor een aanzienlijk bedrag. De schenkingsvrijstelling hiervoor is in 2022 € 106.671 en wordt in 2023 verlaagd naar € 28.947 en vervalt in 2024.

Deze vrijstelling voor de eigen woning geldt zowel voor schenkingen binnen als buiten de directe familiesfeer. Daarnaast mag de schenking plaatsvinden over maximaal twee opeenvolgende kalenderjaren (2022 en 2023). Let wel op dat dan elk jaar aangifte schenkbelasting moet worden gedaan, waarbij in de aangifte een beroep op deze vrijstelling eigen woning wordt gedaan. In 2023 wordt de éénmalig verhoogde vrijstelling voor de eigen woning verlaagd naar € 28.947. Merk op dat voor schenkingen van ouders de vrijstelling daarmee gelijk is aan de éénmalig verhoogde vrijstelling zonder bestedingseis. Daarmee is het vanuit fiscaal oogpunt voor ouders niet meer nodig om te schenken ten behoeve van een eigen woning. Voor andere schenkers (zoals bijvoorbeeld opa en oma) geldt voor deze éénmalig verhoogde vrijstelling van € 28.947 nog wel de bestedingseis voor de eigen woning. De spreiding van de schenking door de schenker over meerdere jaren is vanaf 2023 niet meer mogelijk. De begiftigde moet de schenking uiterlijk in 2025 volledig hebben benut, anders is over het onbenutte deel alsnog schenkbelasting verschuldigd.

Wilt u schenken, maar wilt of kunt u momenteel de liquide middelen nog niet missen? Het is ook mogelijk om ‘op papier’ te schenken. Hierbij erkent u een bedrag schuldig aan uw kind, die daardoor een vordering op u krijgt. Hierdoor wordt uw box 3-vermogen (en uiteindelijk uw nalatenschap) verlaagd. Let wel: het box 3-vermogen van uw kind neemt toe en hij of zij moet hier mogelijk belasting over gaan betalen. Daarnaast is het verplicht om na schuldigerkenning jaarlijks rente te betalen aan uw kind, en dient een schenking onder schuldigerkenning door een notaris te worden vastgelegd.

Let op: Als u gebruik maakt van vrijstellingen moet u hiervoor aangifte schenkbelasting doen in welke aangifte u een beroep doet op de vrijstelling. Maakt u alleen gebruik van de jaarlijkse schenkingsvrijstellingen, dan hoeft daar geen aangifte voor te worden gedaan.

Tip: Overleg met uw adviseur de mogelijkheden van een schenkingsplan. Naast de vrijstellingen kan het in sommige gevallen ook aantrekkelijk zijn om gebruik te maken van het tarief van de eerste schijf.

Bedenk voor uzelf of u een geldbedrag aan uw kinderen wilt schenken en hiervoor de middelen beschikbaar heeft. Vervolgens denkt uw PKF Wallast-adviseur graag met u mee en ondersteunt hij of zij u graag met het vastleggen van de schenking en het indienen van de aangifte schenkbelasting.

Tips voor organisaties

  1. Moeite met voldoen aan de Corona-belastingschulden betalingsregeling

Vanaf 1 oktober 2022 is de betalingsregeling van de corona-belastingschulden van kracht. Indien deze regeling ook voor u geldt, bent u maandelijks aan het aflossen. Het kan goed zijn dat deze maandelijkse aflossingen een grotere last zijn dan u van tevoren gedacht had. Het niet voldoen aan de maandelijkse aflossingsverplichtingen kan grote consequenties hebben, namelijk intrekking van de betalingsregeling. Het is derhalve zaak tijdig actie te ondernemen en tijdig te overleggen met uw adviseur en met de Belastingdienst. Met de Belastingdienst zijn maatoplossingen bespreekbaar. Ook kan, als aan de voorwaarden wordt voldaan, gebruik gemaakt worden van versoepelingen als de 84-maanden betalingsregeling en de betalingspauze van 6 maanden.

Tip: Zit u in betalingsproblemen of verwacht u op (korte) termijn betalingsproblemen, overleg dan tijdig met uw adviseur en bezie en bespreek de mogelijkheden. De kop in het zand steken is niet de oplossing en de problemen worden er niet minder om c.q. gaan er niet door weg.

  1. Meld betalingsonmacht tijdig

Niet te hopen, maar het kan zo maar gebeuren dat uw onderneming in zwaar weer komt. Een van de gevolgen kan dan zijn dat uw onderneming niet meer aan zijn betalingsverplichtingen, zoals bijvoorbeeld de verschuldigde loonheffing, omzetbelasting en/of vennootschapsbelasting, richting de Belastingdienst kan voldoen. Het is dan belangrijk dat u als bestuurder van de B.V. deze betalingsonmacht tijdig meldt bij de Belastingdienst. Op de site van de Belastingdienst zijn hier formulieren voor beschikbaar en het is zaak dit tijdig te overleggen met uw adviseur. Meldt u niet tijdig bij de Belastingdienst dan kunt als bestuurder aansprakelijk worden gesteld voor de belastingschulden van de B.V.

De melding betalingsonmacht moet snel en tijdig gebeuren. Over het algemeen is de deadline binnen twee weken nadat de B.V. de betreffende belasting aan de Belastingdienst had moeten betalen. De loonheffing over oktober 2022 bijvoorbeeld moet uiterlijk 30 november 2022 betaald zijn. Een eventuele betalingsonmacht moet dan vóór 15 december 2022 aan de Belastingdienst zijn gemeld.

Een soortgelijke melding betalingsonmacht geldt voor pensioenpremies.

  1. Afnemers of andere wederpartij in zwaar weer, denk aan zekerheden

Het is van alle tijden, maar in de huidige tijd wellicht meer of in de toekomst meer, afnemers of andere wederpartijen, die in zwaar weer zitten of komen. Dat is niet alleen vervelend voor hen, maar ook voor u. U heeft er ook last van als afnemers niet betalen. Het is goed na te denken over zekerheden die u kunt vestigen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan pandrechten op vorderingen, eigendomsvoorbehoud, retentierecht ed.

Tip: Overleg met uw adviseur de mogelijkheden. Ook onze bedrijfsjuristen bespreken graag met u de mogelijkheden.

  1. Stil pandrecht op vorderingen bij onderhandse akte; vergeet deze niet te registreren

Een pandrecht is één van de meest voorkomende vormen van zekerheid. Een pandrecht op debiteuren is een vorm van zekerheid voor een schuldeiser. Er kan zowel een stil als openbaar pandrecht worden gevestigd op vorderingen. De vestigingsvereisten voor een openbaar en stil pandrecht zijn verschillend. Een openbaar pandrecht wordt gevestigd door middel van een onderhandse akte en de mededeling van de verpanding aan de debiteur. Vestiging van een stil pandrecht vindt plaats door middel van een authentieke (notariële) akte of door middel van een onderhandse akte. Die onderhandse akte moet dan wel geregistreerd worden bij de Belastingdienst. Dat laatste wordt in de praktijk geregeld vergeten en dan komt het pandrecht niet tot stand! Vergeet dus niet te registreren in dat geval.

Tip: Onze bedrijfsjuristen overleggen graag met u de verschillende mogelijkheden die pandrecht biedt en de aandachtspunten die u daarbij in acht moet nemen.

  1. Is de functie-indeling van uw personeel op orde?

Een juiste functie-indeling en functiebeschrijving van uw personeel is om meerdere redenen van belang. Dit schept duidelijkheid binnen de onderneming. Het is dan duidelijk wie wat doet, wat de verwachtingen zijn, hoe de verantwoordelijkheden liggen en dergelijke.

Er zijn meerdere redenen om voor alle functies binnen uw onderneming een functieomschrijving vast te stellen. Bijvoorbeeld om te bepalen wat er nodig is voor een bepaalde functie aan opleiding, ervaring, vereisten ed., bij de bepaling van de samenstelling van het personeel en wat u nodig heeft  en ook niet onbelangrijk bij ontslag om bedrijfseconomische redenen. Bij bedrijfseconomisch ontslag wordt het afspiegelingsbeginsel toegepast. Dit houdt in dat er gekeken moet worden naar uitwisselbare functies op basis van leeftijdscategorieën. Als er geen of geen juiste functiebeschrijvingen zijn toegekend aan de medewerkers en er geen juiste functie-indeling is, kan dit tot problemen leiden bij de ontslagaanvraag, maar ook dat u wellicht personeelsleden kwijtraakt die u bij een goede indeling wellicht had kunnen behouden. Het is raadzaam dit tijdig te bekijken. In de onzekere tijden waarin we thans leven, kan het zomaar gaan spelen dat er gereorganiseerd moet worden. Het is te laat om dit te doen op het moment dat er een ontslagaanvraag ingediend moet worden bij het UWV. Zodra bijvoorbeeld blijkt dat de functie-indeling van bepaalde medewerkers niet juist is bij de ontslagaanvraag, kan de medewerker bezwaar maken tegen de ontslagaanvraag. De procedure zou dan ernstig kunnen vertragen, waardoor de ontslagvergunning niet zal worden afgegeven.

Tip: Bekijk met uw adviseur of de functie-indeling bij u goed zit. Onze bedrijfsjuristen zijn graag bereid dit verder met u te bezien en bespreken.

  1. Bankrekeningen tijdig downloaden

Veel banken hebben een limiet op hun historisch archief staan. Elk jaar lopen we er weer tegen aan dat ondernemers niet tijdig hun bankrekeningen hebben gedownload. Check tijdig bij uw bank tot wanneer u uw bankrekeningen voor het boekjaar 2022 nog kunt downloaden; dat is voor de administratieve verwerking en het opmaken van de jaarrekening belangrijk.

  1. Afdrukken overzichten uit geautomatiseerde systemen

Sommige administratieve systemen hebben zo hun beperkingen ten aanzien van het afdrukken van overzichten, zoals bijvoorbeeld debiteurenlijsten. Dit is soms niet meer mogelijk als het boekjaar is afgesloten en/of het nieuwe boekjaar is geopend. Het is raadzaam na te gaan of dat voor uw systeem ook geldt en alvorens een boekjaar af te sluiten c.q. het nieuwe boekjaar te openen na te gaan of u nog overzichten ed. wilt hebben en of die later ook nog af te drukken zijn.

  1. Jaarrekening groottecriteria overschrijden c.q. controleplichtig worden

Indien uw onderneming zich in een groeistadium bevindt, kan het zo maar gebeuren dat u een zogenaamde middelgrote of grote onderneming wordt en daarmee controleplichtig. Een vennootschap is een micro-, kleine of middelgrote onderneming als zij gedurende twee opvolgende boekjaren aan twee van de hierna te noemen criteria voldoet:

Tip: Het is raadzaam tijdig met uw accountant de gevolgen van het controleplichtig worden te bespreken. Aan een controle worden significant meer eisen gesteld dan aan het samenstellen van de jaarrekening.

  1. Invorderingsrente gaat weer omhoog

We waren er net een beetje aan gewend: hele lage of zelfs negatieve rentes. Dat is wel weer zo’n beetje voorbij. Als gevolg van de corona-pandemie was de invorderingsrente tussen 23 maart 2020 en 30 juni 2022 tijdelijk verlaagd naar 0,01%. Hij gaat nu evenwel weer stapsgewijs terug naar het oude niveau van 4%:

Vanaf 1 juli 2022:          1%

Vanaf 1 januari 2023:    2%

Vanaf 1 juli 2023:          3%

Vanaf 1 januari 2024:    4%

  1. Meld het verbreken van en fiscale eenheid voor de BTW

Heeft u een groep van meerdere B.V.’s en vormen deze een fiscale eenheid voor de BTW dan moet u in actie komen indien er een B.V. verkocht wordt. Ten aanzien van deze B.V. wordt dan de fiscale eenheid voor de BTW verbroken. Dit gaat, voor wat betreft de aansprakelijkheid, evenwel niet vanzelf. U moet dit melden bij de Belastingdienst. Gebeurt dit niet dan blijven de overige B.V.’s van de fiscale eenheid voor de BTW (hoofdelijk) aansprakelijk voor de BTW -schulden van de verkochte B.V., dus óók voor de BTW-schulden die zijn ontstaan na verkoop, tot aan het moment dat aan de Belastingdienst is medegedeeld dat de fiscale eenheid voor de BTW is beëindigd (ten aanzien van de verkochte B.V.).

  1. Bekijk mogelijkheden voor afwaardering vorderingen, bedrijfsmiddelen, voorraad

Bezittingen zoals vorderingen, bedrijfsmiddelen en voorraden staan op de (fiscale) balans geactiveerd tegen boekwaarde, zijnde de aankoopprijs minus de afschrijvingen. Daar waar de werkelijke waarde van de bezittingen fors onder de boekwaarde ligt, is het wellicht mogelijk een extra afwaarderingslast ten laste van het fiscale resultaat te nemen. Indien deze situatie bij u speelt, is het zeker de moeite waard dit met uw adviseur te bespreken.

  1. Bekijk de mogelijkheden voor de vorming van een voorziening

Een aantrekkelijke aftrekpost ten laste van het fiscale resultaat kan het opnemen van een voorziening zijn. Het vormen van een voorziening betekent dat u de lasten naar voren haalt en uw fiscale winst daarmee kunt verlagen. Het vormen van een fiscale voorziening is wel aan een aantal eisen gebonden, te weten (i) er is sprake van toekomstige uitgaven (ii) deze uitgaven vinden hun oorsprong in feiten of omstandigheden, die zich hebben voorgedaan in de periode voorafgaande aan de balansdatum en (iii) er bestaat een redelijke mate van zekerheid dat de toekomstige uitgaven zich zullen voordoen.

Voorbeelden zijn  onderhoudsvoorzieningen, garantievoorzieningen  en voorziening openstaande vakantiedagen.

  1. Gedeeltelijk willekeurig afschrijven op aangewezen bedrijfsmiddelen in 2023

De staatssecretaris heeft recentelijk in een brief de mogelijkheid aangekondigd van willekeurig afschrijven voor investeringen in nieuwe bedrijfsmiddelen in 2023. Het idee is dat maximaal 50% van de investering direct ten laste van de fiscale winst mag worden gebracht. De resterende 50% moet regulier worden afgeschreven. Deze maatregelen leveren desgewenst een liquiditeitsvoordeel op. De regeling gaat zowel gelden voor ondernemers in de inkomstenbelasting als voor de vennootschapsbelasting.

De mogelijkheid van willekeurige afschrijving die in de brief is opgenomen ziet op aangewezen bedrijfsmiddelen die niet eerder in gebruik zijn genomen (en dus nieuw zijn).

De van deze regeling uitgesloten bedrijfsmiddelen zijn:

  • Vliegtuigen, gebouwen, (woon)schepen, vervoermiddelen: bromfietsen, motoren, personenauto’s die niet bestemd zijn voor beroepsvervoer over de weg (tenzij elektrische personenauto’s);
  • Immateriële activa, zoals quota, goodwill, vermogensrechten etc.;
  • Dieren;
  • Bedrijfsmiddelen die hoofdzakelijk bestemd zijn voor verhuur aan derden (dit kan ook spelen in de eigen B.V. structuur als er geen fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting is)
  • Bedrijfsmiddelen die om een andere reden willekeurig afschrijfbaar zijn.

De mogelijkheid van gedeeltelijke willekeurige afschrijving gaat alleen gelden voor investeringsverplichtingen die in 2023 zijn aangegaan of de voortbrengingskosten in 2023 zijn gemaakt. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het tekenen van een opdrachtbevestiging of offerte. Dit maakt dat het mogelijk aantrekkelijk is om de voorgenomen investering in nieuwe bedrijfsmiddelen uit te stellen naar 2023.

Let op!: Deze regeling is recentelijk opgenomen in een brief aan de Tweede Kamer en moet nog worden opgenomen in een wetsvoorstel en aangenomen worden door het parlement. De aangekondigde regeling kan dus nog worden gewijzigd en de mogelijkheid bestaat ook dat het niet doorgaat.

Bedenk dat het eventuele uitstellen van het aangaan van investeringsverplichtingen ook neveneffecten kan hebben. In de bedrijfsvoering, maar bijvoorbeeld ook ten aanzien van het optimaliseren van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek in 2022 of bijvoorbeeld het moeten afboeken van een herinvesteringsreserve in 2022.

  1. Heroverweeg de fiscale eenheid vennootschapsbelasting

Het zogenaamde opstapje (de eerste schijf) in de vennootschapsbelasting kan reden zijn om de fiscale eenheid te verbreken, zodat meerdere keren van dit opstapje kan worden genoten.

De schijven en tarieven voor 2022 en 2023 zijn als volgt:

Ondanks dat de eerste schijf in 2023 een stuk korter wordt en het tarief hoger kan het ook in 2023 nog steeds interessant zijn. Per keer dat het tariefopstapje kan worden gebruikt leidt dit toch nog tot een maximale besparing aan vennootschapsbelasting van € 13.600.

Wilt u dat deze zogeheten ontvoeging plaatsvindt op 1 januari 2023? Dan moet u het verzoek om deze ontvoeging uiterlijk op 31 december 2022 hebben ingediend. De ontvoeging kan niet met terugwerkende kracht plaatsvinden.

Let op! Het bestaan van een fiscale eenheid vennootschapsbelasting heeft diverse voor- en nadelen. Het gebruik van het tariefopstapje is niet de enige overweging om een fiscale eenheid al dan niet in stand te houden. Controleer bijvoorbeeld of de verbreking van de fiscale eenheid niet leidt tot een fiscale afrekening. Dit is aan de orde als zes jaar voor de verbreking een bedrijfsmiddel binnen de fiscale eenheid is overgedragen en waarbij bij overdracht aan een derde winst zou zijn gerealiseerd. Verbreek de fiscale eenheid daarom niet zonder vooraf te overleggen met uw adviseur. 

  1. Verzoek om teruggaaf van btw op openstaande debiteuren

Staan er nog oude debiteuren open? Als het goed is, is de in rekening gebrachte btw inmiddels wel aangegeven en afgedragen. Indien vast komt te staan dat de btw niet door de afnemer wordt betaald, dan kan de ondernemer deze terugvragen.

Om aanspraak te maken op teruggaaf van de btw over de (deels) niet betaalde vergoeding, zal de ondernemer aannemelijk moeten maken dat de afnemer niet heeft betaald en niet zal gaan betalen. In de praktijk kan het moeilijk zijn om vast te stellen wanneer een vordering niet is of niet zal worden betaald. Daarom is in de wet vastgelegd dat het recht op teruggaaf geacht wordt te zijn ontstaan uiterlijk 1 jaar na het tijdstip waarop de vergoeding opeisbaar is geworden.

Let op! Indien het bedrag van de teruggaaf niet in mindering wordt gebracht in de aangifte over het juiste tijdvak, dan dient alsnog een apart teruggaafverzoek te worden ingediend. Let ook op het alsnog verschuldigd worden van reeds in aftrek gebrachte btw als een crediteur binnen een jaar niet is betaald.

  1. BOR en waardering

Hoewel tijdens Prinsjesdag het versoberen of afschaffen van de Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) weer wat vooruit geschoven is, blijft de regeling onder vuur liggen. De verwachting is dat in het eerste kwartaal van 2023 het rapport gereed is waarin de aanbevelingen staan omtrent deze regeling. Hoe snel het kabinet daarop zal reageren is nog onbekend.

Mocht u denken aan een overdracht via de BOR, wacht daar dus niet te lang mee. Doorlooptijden met betrekking tot het afstemmen van een waardering van de aandelen met de Belastingdienst zijn lang vanwege de drukte. Het proces te laat in gang zetten kan bij een plotselinge versobering derhalve duur uitpakken.

  1. Houd rekening met de BUA-regeling bij de laatste aangifte btw

Voor de aftrek van btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen gelden specifieke regels (de BUA-regeling). De BUA-regeling ziet niet op de fiets van de zaak. Daarnaast gelden aparte regels voor de btw-aftrek op kosten die zien op het verstrekken van maaltijden en dranken aan het personeel.

Tip: Ga na of de verstrekkingen die uw onderneming in 2022 aan personeel heeft gedaan het drempelbedrag van € 227 per persoon hebben overschreden en als gevolg hiervan de in aftrek gebrachte btw in de aangifte over het laatste tijdvak van 2022 dient te worden gecorrigeerd.

BTW-correctie privégebruik auto

BTW die in 2022 aan de ondernemer in rekening is gebracht op de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, komt in aanmerking voor aftrek. Bij gebruik voor privédoeleinden (let op: woon-werkverkeer telt als privé) dient echter een correctie te worden gemaakt. Daarbij mag worden uitgegaan van 2,7% van de cataloguswaarde. Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag worden uitgegaan van 1,5% van de cataloguswaarde.

  1. Ken uw cyberrisico’s

Het aantal cybersecurity-incidenten stijgt wereldwijd al jaren zeer snel. Wekelijks komen nieuwe voorbeelden in het nieuws en dat is maar het topje van de ijsberg. Ook het type cyberincidenten verandert. Waar in het verleden veelal gerichte aanvallen werden uitgevoerd op geselecteerde organisaties met een specifiek doel, is er hedendaags een stijgende trend van aanvallen die zich niet langer richt op specifieke ondernemingen. Dit type aanval richt zich in toenemende mate op willekeurige organisaties met als doel niet langer het bemachtigen van waardevolle informatie, maar juist om de organisatie zelf de toegang tot informatiesystemen te ontnemen.

Slechts tegen betaling aan de aanvaller, of door een verregaande herstelactie van de IT-infrastructuur, kan de toegang tot systemen hersteld worden. Met beide oplossingen zijn vaak hoge kosten gemoeid en deze leiden onherroepelijk tot productieverlies als gevolg van downtime van systemen.

Er wordt dus geschoten met hagel, waardoor u in toenemende mate risico loopt als gevolg van steeds groter wordende afhankelijkheid van uw informatie(systemen). Om in te spelen op deze risico’s en de juiste maatregelen gericht te kunnen treffen, is het essentieel inzicht te hebben in de risico’s die u loopt als organisatie gekoppeld aan de kritieke assets (‘kroonjuwelen’) binnen uw organisatie.

Tip: Om op een gestructureerde wijze uw cyberweerbaarheid te verbeteren adviseren wij u periodiek de volgende 4 stappen te doorlopen:

  1. Verkennen: inventariseren van digitale assets en datastromen (uw digitale kroonjuwelen). Weet wat u in huis heeft en waar prioriteiten liggen;
  2. Risico-analyse: gerichte risico inventarisatie van de cyberrisico’s ten aanzien van uw kroonjuwelen. Bekijk het vanuit uw bedrijfsvoering; cybersecurity is een bedrijfsrisico, geen IT-risico;
  3. Meten: in kaart brengen én periodiek testen van maatregelen. Meten is weten, hoe effectief zijn uw maatregelen nu echt en kunt u dit wel goed beoordelen?
  4. Verbeteren: aanvullen van maatregelen waar nodig en deze cyclus periodiek herhalen. Cybersecurity is geen éénmalig project, het raakt uw bedrijfsvoering in het hart, dus het verdient ook continu aandacht.

  1. Anticipeer alvast op de duurzaamheidsrapportage

De Europese Commissie heeft een voorstel aangenomen voor een Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) als onderdeel van de inspanningen om in 2050 de doelstelling van klimaatneutraliteit in de EU te behalen (Green Deal). De EU tilt hiermee duurzaamheidsrapportages van organisaties naar een hoger niveau, integreert deze informatie in het bestuursverslag en stelt assuranceverplichtingen voor.

De CSRD zal grote gevolgen hebben vanaf boekjaar 2023. Organisaties moeten zich hierop voorbereiden en nu al aan de slag gaan om ervoor te zorgen dat de juiste data aanwezig zijn. De richtlijn zal in ieder geval gaan gelden voor alle grote ondernemingen (conform Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) en beursgenoteerde ondernemingen. Ook kleinere organisaties kunnen ermee te maken krijgen door informatieverzoeken van belanghebbenden.

Tip: Bent u als ondernemer in staat om duurzaamheid-gerelateerde data aan te leveren? Denk hier nu al over na, mede met het oog op risicomanagement naar de toekomst toe. Uw adviseur van PKF Wallast denkt graag met u mee ten aanzien van risk management, zodat uw onderneming ook op dit punt op tijd klaar is voor de toekomst.

Heeft u vragen over de eindejaarstips?

Onze professionals staan klaar om u te ondersteunen bij uw vraagstukken. Neem vrijblijvend contact op via het formulier.


    Amsterdam

    Mercuriusplein 1
    2132 HA Hoofddorp

    Postadres
    Postbus 74681
    1070 BR Amsterdam

    020 653 18 12

    Amsterdam@pkfwallast.nl

    Rotterdam

    Schaardijk 372
    2909 LA Capelle aan den IJssel

    Postadres
    Postbus 84030
    3009 CA Rotterdam

    010 450 40 20

    Rotterdam@pkfwallast.nl

    Delft

    Delftechpark 40
    2628 XH Delft

    Postadres
    Postbus 332
    2600 AH Delft

    015 261 31 21

    Delft@pkfwallast.nl

    Woerden

    Pompmolenlaan 9
    3447 GK Woerden

    Postadres
    Postbus 533
    3440 AM Woerden

    0348 416 262

    Woerden@pkfwallast.nl

    Alphen aan den rijn

    Europaplein 10F
    2408 GX Alphen aan den Rijn

    Postadres
    Postbus 533
    3440 AM Woerden

    0172 748 218

    AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl