Auteur: Jeroen van Strien
Het einde van het jaar is weer in zicht en mede gelet op de door het kabinet op Prinsjesdag aangekondigde maatregelen en wetswijzigingen, is dit weer hét moment om de fiscale, juridische en bedrijfseconomische situatie van u en uw onderneming tegen het licht te houden.
Via dit artikel informeren wij u met een multidisciplinaire blik over de belangrijkste aandachtspunten en gaan wij in op een aantal handige eindejaarstips voor uzelf en voor uw onderneming.
Is over 2021 nog een forse te betalen aanslag te verwachten, bijvoorbeeld omdat u in 2021 een dividenduitkering hebt ontvangen van uw vennootschap (waarover na verrekening van 15% dividendbelasting nog een aanvullende box 2-heffing van 11,9% is verschuldigd) of omdat u wellicht (een deel van) de aandelen in uw vennootschap heeft verkocht?
Tip: Ter voorkoming van eventuele belastingrente (als de aanslag na 1 juli 2022 wordt opgelegd) en ter verlaging van het box 3-vermogen per 1 januari 2022 kan zo spoedig mogelijk een voorlopige aangifte inkomstenbelasting 2021 worden ingediend, zodat de voorlopige aanslag 2021 nog in 2021 kan worden betaald.
Het uitbetalen van heffingskortingen aan de partner die een laag of geen inkomen heeft wordt al een aantal jaar afgebouwd, waardoor u dit jaar nog slechts 13,33% van deze kortingen uitbetaald kunt krijgen. Vanaf 2023 is er zelfs helemaal geen sprake meer van uitbetaling. Het gaat hier om afbouw van de uitbetaling van de algemene heffingskorting (niet voor personen geboren vóór 1 januari 1963), de arbeidskorting en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.
Om te voorkomen dat de algemene heffingskorting van de partner met een laag of geen inkomen (deels) verloren gaat, kunt u ervoor kiezen om een deel van de gemeenschappelijke inkomensbestanddelen of de gezamenlijke grondslag van box 3 toe te rekenen aan de minstverdienende partner, om zo toch de heffingskortingen te gelde te kunnen maken. Gemeenschappelijke inkomensbestanddelen zijn bijvoorbeeld inkomsten uit eigen woning (mochten deze inkomsten positief zijn) en inkomsten in box 2, zoals dividend.
Tip: Wellicht kan het voordelig zijn om in 2021 nog een dividenduitkering te doen die volgend jaar in de aangifte inkomstenbelasting kan worden toegewezen aan de minstverdienende partner, zodat deze partner alsnog gebruik kan maken van de algemene heffingskorting. Let wel op een eventueel verbod op dividend indien uw onderneming gebruik heeft gemaakt van de steunmaatregelen in verband met de coronapandemie (zoals de NOW en bijzonder uitstel van betaling van belastingschulden).
Het einde van het jaar is een goed moment om na te gaan of uw persoonlijke fiscale positie nog optimaal is. Factoren die hierbij van belang kunnen zijn, zijn de afbouw van de (hypotheekrente)aftrek in box 1, het indammen van lenen van de eigen vennootschap en de negatieve (spaar)rente. Hierdoor kan het in specifieke gevallen bijvoorbeeld interessant zijn om uw hypotheek af te lossen, vermogen in te brengen in de BV of de rekening-courantpositie met uw vennootschap tegen het licht te houden.
Tip: Een financiële planning is een waardevol middel om duidelijkheid te verkrijgen over uw persoonlijke fiscale en financiële positie. Uw adviseur van PKF Wallast gaat graag met u in gesprek over de mogelijkheden en de toegevoegde waarde van een financiële planning in uw situtatie.
Weet u al wanneer u wilt terugtreden uit uw bedrijf? En zijn er al één of meer opvolgers in beeld? Wat zijn de ideëen van de opvolger(s) over hun toetreding binnen het bedrijf en zitten jullie hierover op één lijn? Het is aan te raden om tijdig over bedrijfsopvolging na te denken en een langetermijnplan uit te zetten in overleg met uw adviseur van PKF Wallast. Het hele proces omtrent bedrijfsopvolging – van een plan maken en de fiscale afstemming daarvan tot en met de uiteindelijke (gefaseerde) uitvoering – neemt in de praktijk vaak meerdere jaren in beslag.
Tip: Lees eens het volgende interview met onze collega’s Ron Henzen en Lianne Vermeulen-Boelm. En plan alvast een afspraak in met uw adviseur bij PKF Wallast om het onderwerp bedrijfsopvolging in 2022 op de gezamenlijke agenda te zetten.
Aan kinderen kan jaarlijks belastingvrij een geldbedrag worden geschonken. Vanwege de coronacrisis is dit bedrag in 2021 tijdelijk met € 1.000 verhoogd en bedraagt de vrijstelling € 6.604 per kind. Ook de algemene vrijstelling voor schenkingen aan bijvoorbeeld kleinkinderen of neefjes en nichtjes is tijdelijk met € 1.000 verhoogd tot € 3.244. Als u dit geld kunt en wilt missen, is het zonde om geen gebruik te maken van de vrijstelling.
Kunt en wilt u meer schenken? Denk dan aan het schenken van de Jubelton (de schenkingsvrijstelling ten behoeve van de eigen woning). Deze vrijstelling van € 105.302 (2021) staat in de politiek ter discussie en wordt mogelijk op termijn afgeschaft. De Jubelton maakt het mogelijk uw kind te helpen met de aanschaf of verbouwing van een eigen woning, of het (deels) aflossen de hypotheekschuld.
Wilt u schenken, maar wilt of kunt u momenteel de liquide middelen nog niet missen? Het is ook mogelijk om ‘op papier’ te schenken. Hierbij erkent u een bedrag schuldig aan uw kind, die daardoor een vordering op u krijgt. Hierdoor wordt uw box 3-vermogen (en uiteindelijk uw nalatenschap) verlaagd. Let wel: het box 3-vermogen van uw kind neemt toe en hij of zij moet hier mogelijk belasting over gaan betalen. Daarnaast is het verplicht om na schuldigerkenning jaarlijks rente te betalen aan uw kind, en dient een schenking onder schuldigerkenning door een notaris te worden vastgelegd.
Tip: Bedenk voor uzelf of u een geldbedrag aan uw kinderen wilt schenken en hiervoor de middelen beschikbaar heeft. Vervolgens denkt uw PKF Wallast-adviseur graag met u mee en ondersteunt hij of zij u graag met het vastleggen van de schenking en het indienen van de aangifte schenkbelasting.
Afhankelijk van de hoogte van uw box 1-inkomen in 2021, kan het wellicht voordelig zijn om nog in 2021 de hypotheekrente over de eerste 6 maanden van 2022 vooruit te betalen. Deze vooruitbetaalde hypotheekrente is dan in 2021 aftrekbaar. Het maximale tarief waartegen de hypotheekrente kan worden afgetrokken is in 2021 nog 43% en daalt in 2022 naar 40% (en daalt verder tot 37,10% in 2023). Om dezelfde reden kan het wellicht ook voordelig zijn om partneralimentatie in 2021 af te kopen of uw hypotheek over te sluiten in 2021, waardoor de te betalen afkoopsom of boeterente wellicht nog aftrekbaar is tegen maximaal 43%.
Overweegt u de aanschaf van een elektrische auto? Indien de elektrische auto in 2021 op naam wordt gezet in het kentekenregister is het bijtellingspercentage van 12% van toepassing (22% voor zover de cataloguswaarde meer dan € 40.000 bedraagt). Dit bijtellingspercentage blijft maximaal 5 jaar van toepassing. In 2022 stijgt het bijtellingspercentage voor elektrische auto’s naar 16% (22% voor zover de cataloguswaarde meer dan € 35.000 bedraagt). Het kan daarom voordelig zijn om de elektrische auto nog in 2021 aan te schaffen (en op naam te zetten in het kentekenregister).
Op 3 oktober 2021 meldde het Financieele Dagblad (FD)[1] dat banken een eindejaarsactie moeten ondernemen om hun ‘ECB-premie’ veilig te stellen. De ECB-premie is door de centrale bank in het leven geroepen om ervoor te zorgen dat banken hun kredietverlening aan bedrijven en huishoudens op peil zouden houden tijdens de coronapandemie.
In het artikel van het FD wordt beschreven dat het volgende ijkpunt om te bepalen of een bank in aanmerking komt voor de ECB-premie december 2021 is. Voor veel banken is het de vraag of zij aan de eisen voldoen. ING-econoom Teunis Brosens geeft in het artikel aan dat voor veel Nederlandse banken een eindejaarsactie nodig is om de ECB-premie veilig te stellen. Dit betekent mogelijk dat banken de komende periode hun rentetarieven moeten verlagen, voorwaarden moeten versoepelen of moeten ingaan op risicovollere kredietverzoeken indien zij de ECB-premie willen veilig stellen.
Tip: Bent u van plan om financiering aan te trekken of om een herfinanciering te overwegen? De komende maanden kunnen daar wel eens de beste periode voor zijn!
De tarieven en tariefschijven voor de vennootschapsbelasting worden in 2022 (waarschijnlijk) als volgt:
Belastbaar bedrag | Tarief 2021 | Tarief 2022 |
Tot en met € 245.000 | 15% | 15% |
€ 245.000 tot en met € 395.000 | 25% | 15% |
Meer dan € 395.000 | 25% | 25,8% |
Waar de afgelopen jaren vooral werd geadviseerd om winsten uit te stellen vanwege de verlaging van de vpb-tarieven, is het advies nu afhankelijk van de verwachte winst in 2022. Doordat de eerste tariefschijf wordt verlengd naar € 395.000, kan het raadzaam zijn winstnemingen uit te stellen naar 2022. Hierdoor wordt de winst belast tegen 15% in plaats van 25%. Bedraagt de jaarlijke winst meer dan € 395.000 dan kan het raadzaam zijn winsten nog dit jaar te realiseren (binnen de grenzen van “goedkoopmansgebruik”), zodat de winst wordt belast tegen 25% in plaats van 25,8%. Hier staat uiteraard wel een liquiditeitsnadeel tegenover.
Wegens de verdere verlenging van de lagere tariefschijf in de vennootschapsbelasting van € 245.000 naar € 395.000 (en de verhoging van de hoogste tariefschijf) kan het interessant zijn om een bestaande fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting in zijn geheel of deels te verbreken, zodat wellicht meerdere keren van het tariefopstapje gebruikt kan worden gemaakt. Per keer dat het tariefopstapje gebruikt kan worden, kan maximaal € 42.660 aan vennootschapsbelasting worden bespaard.
Wilt u dat deze zogeheten ontvoeging plaatsvindt op 1 januari 2022? Dan moet u het verzoek om deze ontvoeging uiterlijk op 31 december 2021 hebben ingediend. De ontvoeging kan niet met terugwerkende kracht plaatsvinden.
Het bestaan van een fiscale eenheid venootschapsbelasting heeft diverse voor- en nadelen. Het gebruik van het tariefopstapje is niet de enige overweging om een fiscale eenheid al dan niet in stand te houden. Controleer bijvoorbeeld of de verbreking van de fiscale eenheid niet leidt tot een fiscale afrekening. Dit is aan de orde als zes jaar voor de verbreking een bedrijfsmiddel binnen de fiscale eenheid is overgedragen en waarbij bij overdracht aan een derde winst zou zijn gerealiseerd. Verbreek de fiscale eenheid daarom niet zonder vooraf te overleggen met uw adviseur.
Vooralsnog is het mogelijk om binnen concern het tariefopstapje vaker te benutten door bijvoorbeeld de de fiscale eenheid te verbreken. Let wel: deze mogelijkheid is bekend bij de Belastingdienst en het kabinet heeft toegezegd hier nader op in te gaan. Mogelijk wordt fragmentatie dus beperkt.
De verliesverrekening voor de vennootschapsbelasting gaat vanaf 2022 wederom op de schop. Vanaf 2022 gelden de volgende regels:
De wijzigingen houden in dat de verliezen uit 2013 en later in beginsel onbeperkt verrekenbaar zijn. Verliezen uit 2012 zullen in beginsel in 2021 verdampen. Er zijn verschillende manieren om verliesverdamping te voorkomen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de overdracht van vermogensbestanddelen met stille reserves van de belastingplichtige met verliezen aan een 100% deelneming (buiten fiscale eenheid). De deelneming kan vervolgens in beginsel fiscaal afschrijven over de overgenomen activa op basis van de waarde in het economisch verkeer. Dit geldt overigens niet voor alle activa. Zo kan op vastgoed slechts zeer beperkt worden afgeschreven. Andere mogelijkheden voor het verrekenen van verliezen die dreigen te verdampen, zijn de vrijval van voorzieningen en het naar voren halen van winsten. Hierbij is het wel van belang dat wordt voldaan aan de beginselen van ‘goedkoopmansgebruik’.
Voor de vennootschapsbelasting wordt de aftrekbaarheid van het saldo aan renten (rentekosten minus rentelasten) verder beperkt tot 20% (nu: 30%) van de EBITDA. De drempel van 1 miljoen euro blijft gelijk. Tot dit drempelbedrag wordt de aftrekbaarheid van het saldo aan renten in principe niet beperkt. De aanscherping kan een aanzienlijke lastenverzwaring opleveren indien de onderneming gefinancierd is met veel vreemd vermogen.
Tip: De drempel van 1 miljoen euro geldt per belastingplichtige. Indien sprake is van een fiscale eenheid kan dus slechts één keer gebruik worden gemaakt van dit ‘opstapje’. Vooralsnog is het mogelijk om de drempel vaker te benutten door de fiscale eenheid te verbreken of (onder voorwaarden) door vennootschappen te splitsen.
Let wel: deze mogelijkheid is bekend bij de Belastingdienst en het kabinet heeft toegezegd hier nader op in te gaan. Mogelijk wordt fragmentatie dus beperkt.
Indien uw onderneming in 2021 minimaal € 2.400 en maximaal € 328.721 investeert, kan deze gebruikmaken van de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA). Dreigen de investeringen boven de € 328.721 uit te komen, dan kan worden overwogen de investeringen uit te stellen naar 2022.
Investeringen in innovatieve en milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen door ondernemers/ondernemingen worden in 2022 verder gestimuleerd door een verhoging van de percentages van de milieu-investeringsaftrek (de MIA). Via de MIA krijgen ondernemers een extra aftrekmogelijkheid op hun fiscale winst, uitgedrukt in een percentage van de investering.
Tip: De MIA-percentages worden per 1 januari 2022 verhoogd van 13,5%, 27% en 36% (afhankelijk van het bedrijfsmiddel) naar respectievelijk 27%, 36% en 45%. Een extra reden om eventuele milieu-investeringen uit te stellen naar 2022.
Voor ondernemers die rechtstreeks goederen leveren of diensten verrichten aan particulieren (B2C) binnen de Europese Unie zijn vanaf 1 juli 2021 optionele One Stop Shop-regelingen geïntroduceerd om btw die moet worden betaald in de verschillende EU-lidstaten, onder voorwaarden in één enkele btw-melding te rapporteren.
Tip: Ondernemers met B2C-transacties in andere EU-lidstaten wordt aangeraden te kijken of zij hun compliance kunnen vereenvoudigen.
Met ingang van 1 januari 2022 wordt de nomenclatuur van het Geharmoniseerd Systeem (GS) gewijzigd, die wereldwijd wordt gebruikt voor de uniforme classificatie van internationaal verhandelde goederen. Het GS dient als basis voor douanetarieven en voor de opstelling van internationale handelsstatistieken. De nieuwe editie van GS bevat een aantal belangrijke wijzigingen in het geharmoniseerde systeem met in totaal 351 wijzigingensets voor een breed scala aan goederen die over de grens worden vervoerd.
Tip: Ondernemers die internationaal zaken doen, wordt aangeraden de actuele goederencodes na te gaan en te anticiperen op de wijzigingen.
Staan er nog oude debiteuren open? Als het goed is, is de in rekening gebrachte btw inmiddels wel aangegeven en afgedragen. Indien vast komt te staan dat de btw niet door de afnemer wordt betaald, dan kan de ondernemer deze terugvragen.
Om aanspraak te maken op teruggaaf van de btw over de (deels) niet betaalde vergoeding, zal de ondernemer aannemelijk moeten maken dat de afnemer niet heeft betaald en niet zal gaan betalen. In de praktijk kan het moeilijk zijn om vast te stellen wanneer een vordering niet is of niet zal worden betaald. Daarom is in de wet vastgelegd dat het recht op teruggaaf geacht wordt te zijn ontstaan uiterlijk 1 jaar na het tijdstip waarop de vergoeding opeisbaar is geworden.
Indien het bedrag van de teruggaaf niet in mindering wordt gebracht in de aangifte over het juiste tijdvak, dan dient alsnog een apart teruggaafverzoek te worden ingediend. Let ook op het alsnog verschuldigd worden van reeds in aftrek gebrachte btw als een crediteur binnen een jaar niet is betaald.
Voor de aftrek van btw op kosten voor relatiegeschenken of personeelsverstrekkingen gelden specifieke regels (de BUA-regeling). De BUA-regeling ziet niet op de fiets van de zaak. Daarnaast gelden aparte regels voor de btw-aftrek op kosten die zien op het verstrekken van maaltijden en dranken aan het personeel.
Tip: Ga na of de verstrekkingen die uw onderneming in 2021 aan personeel heeft gedaan het drempelbedrag van € 227 per persoon hebben overschreden en als gevolg hiervan de in aftrek gebrachte btw in de aangifte over het laatste tijdvak van 2021 dient te worden gecorrigeerd.
BTW-correctie privégebruik auto
BTW die in 2021 aan de ondernemer in rekening is gebracht op de aanschaf, het onderhoud en het gebruik van de zakelijke auto, komt in aanmerking voor aftrek. Bij gebruik voor privédoeleinden (let op: woon-werkverkeer telt als privé) dient echter een correctie te worden gemaakt. Daarbij mag worden uitgegaan van 2,7% van de cataloguswaarde. Voor bepaalde auto’s, waaronder auto’s die vijf jaar in de onderneming zijn gebruikt, mag worden uitgegaan van 1,5% van de cataloguswaarde.
Voor de jaren 2020 en 2021 is de vrije ruimte als onderdeel van de coronamaatregelen verhoogd van 1,7% naar 3% over de eerste bruto loonsom van € 400.000. In het Belastingplan 2022 is vooralsnog geen duidelijkheid gegeven of de vrije ruimte opnieuw verhoogd zal worden. Indien er geen verhoging zal plaatsvinden zal het percentage van de vrije ruimte over de eerste bruto loonsom van € 400.000 terugvallen naar 1,7%. Voor het deel van de bruto loonsom boven de € 400.000 blijft het percentage van de vrije ruimte 1,18%.
Tip: Maak optimaal gebruik van deze verhoging door bijvoorbeeld na te gaan welke onbelaste vergoedingen of verstrekkingen per 2022 naar verwachting in de vrije ruimte opgenomen zullen worden en verplaats waar mogelijk het moment van vergoeden of verstrekken naar 2021.Op deze manier maakt u optimaal gebruik van uw verhoogde vrije ruimte. De verhoogde vrije ruimte kan natuurlijk ook worden gebruikt om de werknemers een extraatje te geven, zoals bijvoorbeeld een groter kerstpakket.
Tijdens de coronapandemie zijn veel werknemers al dan niet gedwongen zoveel mogelijk thuis gaan werken. Nu voor veel mensen het (deels) thuiswerken een prima mogelijkheid blijkt en het thuiswerken positieve neveneffecten blijkt te hebben, wil het kabinet per 1 januari 2022 een gerichte vrijstelling voor de thuiswerkvergoeding opnemen in de wet. De gerichte vrijstelling maakt het mogelijk om een vrijgestelde (onbelaste) vergoeding van € 2 aan een werknemer toe te kennen, per gewerkte dag thuis. Het is daarnaast mogelijk om de thuiswerkvergoeding een vast karakter te geven, door toepassing van de zogenoemde 128/214-dagenregeling. Let wel, het is niet mogelijk om op een gedeeltelijke thuiswerkdag zowel een onbelaste thuiswerkvergoeding als een onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer toe te kennen.
Tip: Het voordeel van het feit dat de werknemers steeds vaker thuiswerken is dat de werkgever minder kosten maakt ter vergoeding van de reiskosten. De besparing die hiermee wordt bereikt kan worden ingezet voor andere doeleinden, zoals een onbelaste thuiswerkvergoeding à € 2 of het onbelast (mits voldaan aan de wettelijke voorwaarden) vergoeden van thuiswerkfaciliteiten, zoals een bureau, bureaustoel, lamp e.d. Stel waar nodig een thuiswerkbeleid op en denk na over de bestaande afspraken omtrent de vaste reiskostenvergoeding of overige vaste kostenvergoedingen, mogelijk zijn deze niet meer representatief voor de huidige situatie.
WBSO (Wet Bevordering Speur- en Ontwikkelingswerk) is een fiscale regeling die bedoeld is om innovatie te stimuleren. De regeling biedt een korting op de af te dragen loonheffingen. Loonkosten en overige kosten en uitgaven voor speur- en ontwikkelingswerk (Research & Development) kunnen door de afdrachtvermindering loonheffing verminderd worden. Bovendien kan de S&O-verklaring toegang bieden tot de innovatiebox voor de vennootschapsbelasting.
Tip: Als u vanaf 1 januari 2022 (weer) gebruik wilt maken van de WBSO, dan kunt u tot en met 20 december 2021 een aanvraag indienen. Wacht liever niet tot de laatste dag met het indienen van de aanvraag.
Voor in het buitenland woonachtige werknemers (met name in Duitsland en België) die normaal gesproken in Nederland werken, kan het thuiswerken als gevolg van de coronapandemie gevolgen hebben voor hun belasting- en sociale zekerheidspositie en daarmee ook eventuele verplichtingen voor u als werkgever. In principe gaan de meeste landen in de EU in ieder geval tot en met 31 december 2021 nog soepel om met eventuele consequenties van het thuiswerken voor de sociale zekerheidspositie. Daarnaast heeft Nederland met België en Duitsland afspraken gemaakt ten aanzien van de belastingheffing over thuiswerkdagen. Deze afspraken zijn verlengd tot en met 31 december 2021. Het is op dit moment nog onduidelijk of de gemaakte afspraken en het beleid ten aanzien van het thuiswerken en de sociale zekerheidspositie van werknemers in 2022 verder worden verlengd. Het is daarom verstandig om nu al te inventariseren wat de eventuele gevolgen zijn indien in het buitenland wonende werknemers ook ná 2021 structureel (deels) thuis blijven werken en hierbij rekening te houden bij uw eventuele thuiswerkbeleid.
Het aantal cybersecurity-incidenten stijgt wereldwijd al jaren zeer snel. Wekelijks komen nieuwe voorbeelden in het nieuws en dat is maar het topje van de ijsberg. Ook het type cyberincidenten verandert. Waar in het verleden veelal gerichte aanvallen werden uitgevoerd op geselecteerde organisaties met een specifiek doel, is er hedendaags een stijgende trend van aanvallen die zich niet langer richt op specifieke ondernemingen. Dit type aanval richt zich in toenemende mate op willekeurige organisaties met als doel niet langer het bemachtigen van waardevolle informatie, maar juist om de organisatie zelf de toegang tot informatiesystemen te ontnemen.
Slechts tegen betaling aan de aanvaller, of door een verregaande herstelactie van de IT-infrastructuur, kan de toegang tot systemen hersteld worden. Met beide oplossingen zijn vaak hoge kosten gemoeid en deze leiden onherroepelijk tot productieverlies als gevolg van downtime van systemen.
Er wordt dus geschoten met hagel, waardoor u in toenemende mate risico loopt als gevolg van steeds groter wordende afhankelijkheid van uw informatie(systemen). Om in te spelen op deze risico’s en de juiste maatregelen gericht te kunnen treffen, is het essentieel inzicht te hebben in de risico’s die u loopt als organisatie gekoppeld aan de kritieke assets (‘kroonjuwelen’) binnen uw organisatie.
Tip: Om op een gestructureerde wijze uw cyberweerbaarheid te verbeteren adviseren wij u periodiek de volgende 4 stappen te doorlopen:
De Europese Commissie heeft een voorstel aangenomen voor een Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD) als onderdeel van de inspanningen om in 2050 de doelstelling van klimaatneutraliteit in de EU te behalen (Green Deal). De EU tilt hiermee duurzaamheidsrapportages van organisaties naar een hoger niveau, intergreert deze informatie in het bestuursverslag en stelt assuranceverplichtingen voor.
De CSRD zal grote gevolgen hebben vanaf boekjaar 2023. Organisaties moeten zich hierop voorbereiden en nu al aan de slag gaan om ervoor te zorgen dat de juiste data aanwezig zijn. De richtlijn zal in ieder geval gaan gelden voor alle grote ondernemingen (conform Titel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek) en beursgenoteerde ondernemingen. Ook kleinere organisaties kunnen ermee te maken krijgen door informatieverzoeken van belanghebbenden.
Tip: Bent u als ondernemer in staat om duurzaamheid-gerelateerde data aan te leveren? Denk hier nu al over na, mede met het oog op risicomanagement naar de toekomst toe. Uw adviseur van PKF Wallast houdt u op de hoogte van verdere ontwikkelingen op dit gebied en denkt graag met u mee ten aanzien van risk management, zodat uw onderneming ook op dit punt op tijd klaar is voor de toekomst.
[1] https://fd.nl/financiele-markten/1414430/nederlandse-banken-moeten-aan-de-bak-om-ecb-miljoenen-binnen-te-harken-ruj1ca2XN1Fn
Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp
Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam
Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel
Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam
Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s). “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.