Nieuwe Vpb-groepsregeling verdient zorgvuldiger afweging dan nu gegeven

8 oktober 2020

Na een keuzeronde vorig jaar zet Staatssecretaris Vijlbrief van Financiën een vervolgstap richting de potentiële vervanger van het huidige fiscale eenheidsregime. Op basis van draagvlak slaat de weegschaal door naar een verlies- of winstoverdrachtregeling dan wel een resultatenpoolingsysteem. Jeroen van Strien vindt dit te kort door de bocht. “Het is aan de wetgever welke oplossingsrichting verder wordt uitgewerkt, maar die richting voor een belangrijk deel baseren op een dubieuze draagvlakbenadering is te simplistisch.”

Nieuwe groepsregeling

De huidige fiscale eenheidsregeling in de vennootschapsbelasting moet op termijn worden opgevolgd door een nieuwe groepsregeling die – uitvoeringstechnisch en juridisch – toekomstbestendig is. Daarmee begint staatssecretaris Vijlbrief zijn op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer gestuurde brief over een nieuwe groepsregeling in de vennootschapsbelasting. Hij gaat in op de internetconsultatieronde die vorig jaar heeft plaatsgevonden. Belangstellenden konden toen kiezen tussen vier mogelijke oplossingsrichtingen: het continueren van de huidige fiscale eenheidsregeling inclusief de spoedreparatie en mogelijk toekomstige reparatiemaatregelen, het volledig afschaffen van het fiscale eenheidsregime zonder een vervangende groepsregeling, een verlies- of winstoverdrachtregeling en een grensoverschrijdende groepsregeling met objectvrijstelling.

 

Vier keuzes één richting

De staatssecretaris maakt in zijn Kamerbrief nog geen definitieve keuze voor een nieuwe groepsregeling. Dat laat hij over aan een nieuw kabinet. Wel geeft Vijlbrief een duidelijke richting aan. Alle pijlen wijzen naar een regeling van verlies- of winstoverdracht of een systeem van resultatenpooling. Bij een dergelijke regeling wordt de fiscale winst of het belastbare bedrag eerst per vennootschap zelfstandig bepaalt. Vervolgens kunnen de resultaten van de groepsvennootschappen met elkaar worden verrekend.

 

Een kwestie van draagvlak

Dat een verlies- of winstoverdrachtregeling dan wel een resultatenpoolingsysteem als potentiële winnaar uit de bus komt, heeft alles te maken met draagvlak. De staatssecretaris baseert met andere woorden zijn oplossingsrichting op de elf reacties die de internetconsultatieronde heeft opgeleverd. Voor twee van de vier oplossingsrichtingen was simpelweg geen of te weinig draagvlak en het handhaven van het huidig systeem wordt niet als realistisch gezien.

 

Te simplistisch

Die draagvlakredenering vindt Van Strien, hoofd bureau vaktechniek van PKF Wallast en universitair docent fiscaal recht aan de VU en de Radboud Universiteit Nijmegen, een wel heel simplistische manier van meten. “Ik kan dit niet anders zien dan een kortzichtige doelredenering. De staatssecretaris serveert bijvoorbeeld het volledig afschaffen van de fiscale eenheidsregeling bij voorbaat af omdat deze oplossingsrichting geen enkele medestander kent. Nu ben ik hier zelf ook geen voorstander van, maar laten we niet vergeten dat veel informatie in het consultatiedocument ontbrak, zoals technische details of de budgettaire impact van een oplossingsrichting. Met een inschatting van de budgettaire opbrengst en een eventuele terugsluis hiervan naar het bedrijfsleven, had het afschaffen van de fiscale eenheid mogelijk wel enkele voorstanders opgeleverd.”

 

Geen kanshebber

Ook de grensoverschrijdende groepsregeling met objectvrijstelling is met maar één voorstander, namelijk de NOB, geen kanshebber als vervanger voor het huidige fiscale eenheidsregime. “Afgeserveerd met het stempel onvoldoende draagvlak is onbegrijpelijk,” zegt Van Strien. “Hoezo te weinig draagvlak? De NOB heeft 5.200 fiscalisten als lid en de commissie wetsvoorstellen van de Orde bestaat uit meer dan 20 leden, waaronder de nodige hoogleraren. Een van die hoogleraren is gepromoveerd op de fiscale eenheid. Ter vergelijking: een nieuwe verlies-of winstoverdrachtregeling kent drie voorstanders, te weten het SRA met 1.550 fiscalisten en 3.100 accountants en twee individuen. Die maatregel heeft volgens de staatssecretaris daarom wel voldoende draagvlak.”

De staatssecretaris gaat in zijn brief nog wel in op de grensoverschrijdende fiscale eenheid. Vanwege het risico op grondslaguitholling heeft het kabinet eerder al aangegeven dit niet als een reële optie te beschouwen. Vijlbrief geeft ook aan dat een systeem van een grensoverschrijdende fiscale eenheid voor belastingplichtigen zeer waarschijnlijk erg complex en bewerkelijk zal zijn. Van Strien wijst op het WFR-artikel ‘Blauwdruk voor een grensoverschrijdende fiscale eenheid in de vennootschapsbelasting’.“ In dit artikel tonen Reinout Kok en Rudolf de Vries het tegendeel van complex en bewerkelijk aan. Voor het mkb verandert er nagenoeg niets. Een grensoverschrijdende fiscale eenheid is voor het wat grotere internationale bedrijfsleven waarschijnlijk wel complexer, maar die kunnen met meer middelen daar beter mee omgaan.”

 

Een verkeken kans

Het continueren van de huidige fiscale eenheid met bestaande en eventueel aanvullende spoedreparatiemaatregelen is met zeven voorstanders wél een potentiële kanshebber. Maar met de door de staatssecretaris aangevoerde bezwaren is die kans van tevoren al zo goed als verkeken. De huidige regeling is door de spoedreparatie erg ingewikkeld en steeds moeilijker uitvoerbaar geworden en EU-rechtelijke risico’s zijn nog altijd aanwezig, geeft Vijlbrief aan.

 

Het oude vertrouwde

Van Strien, die zelf voorstander is van de oude vertrouwde fiscale eenheid betwist de bezwaren van de staatssecretaris niet. “De fiscale eenheidsregeling is met de komst van de spoedreparatie inderdaad ingewikkelder en moeilijker uitvoerbaar, maar deze reparatiemaatregelen zijn al even ingevoerd en kennelijk valt er mee te werken. En het is niet gezegd dat een nieuwe regeling het er makkelijker op maakt.”

 

Overgangsrecht nu al belangrijk

Bij de overgang van het huidige naar een nieuw systeem ziet Van Strien grote problemen. “Hoe gaan we dan bijvoorbeeld om met alle anti-misbruikbeëindigingsregels zoals de artikel 15ai-sanctie bij verbreking van de fiscale eenheid na overdracht van een vermogensbestanddeel? De staatssecretaris zegt te gaan kijken naar overgangsrecht op het moment dat er een nieuwe regeling is gekozen. Dat is te laat! Het overgangsrecht is namelijk ook een belangrijke afweging voor of tegen een nieuw systeem.”

“Overgangsrecht tot in detail is nu nog niet nodig,” vervolgt Van Strien, “maar je moet wel al langs de lat leggen wat we nu hebben, wat we straks krijgen en hoe we dan zorgen voor een naadloze overgang van oud naar nieuw. Stel dat die naadloze overgang heel moeilijk valt te realiseren. Dat zou kunnen betekenen dat je niet kiest voor het meest ideale groepssysteem, maar juist voor een minder ideaal systeem met minder overgangsellende.”

 

Tegenargumenten

Staatssecretaris Vijlbrief schetst in zijn brief de hoofdlijnen van een nieuwe fiscale groepsregeling, ongeacht of de uiteindelijke keuze in zijn ogen dus valt op een regeling van verlies- of winstoverdracht of een systeem van resultatenpooling. Op die hoofdlijnen valt wat Van Strien betreft het nodige af te dingen. “Belastingaangiften zijn onder een nieuwe regeling waarschijnlijk makkelijker, zegt de staatssecretaris. Het klopt dat de aangifte van een fiscale eenheid soms wat lastiger is, maar in een nieuwe regeling wordt transferpricing binnen Nederland een stuk belangrijker. Het is dus maar de vraag of het allemaal zoveel eenvoudiger wordt. En verliesverrekening is binnen een nieuwe groepsregeling ook bepaald geen sinecure. Dat de staatssecretaris snel over het probleem van dubbele verliesneming bij liquidatie heenstapt, toont eveneens de complexiteit aan.”

 

Toename van aangiften

De staatssecretaris verwacht een toename van ongeveer 200.000 Vpb-aangiften bij een verliesoverdrachtregeling. Ook als bedrijven gaan reorganiseren zal naar verwachting het aantal aangiften nog steeds fors toenemen. Van Strien vraagt zich af of de Belastingdienst dit allemaal wel aankan. Ook vraagt hij zich af hoeveel bedrijven zouden opteren voor resultatenpooling, nu hierbij het tariefopstapje in de vennootschapsbelasting slechts één keer kan worden toegepast. Vanwege die tariefopstap kiezen bedrijven dan misschien liever voor individuele belastingplicht. Ik denk dat hier meer onderzoek naar moet worden gedaan.“

 

Mogelijk geen reorganisatiefaciliteit

En dan is het nog de vraag of een nieuwe groepsregeling ook een nieuwe extra reorganisatiefaciliteit zal bevatten. Van Strien: “Ik denk het niet, gezien de kanttekeningen die de staatssecretaris hierbij plaatst in zijn brief. De overdracht van vermogensbestanddelen binnen de groep zal niet meer fiscaal geruisloos kunnen plaatsvinden. De bedrijfsfusiefaciliteit biedt mogelijk nog soelaas maar die regels zijn ingewikkeld en extra streng. Een nieuwe groepsregeling zonder reorganisatiefaciliteit zal met name het mkb raken en dat is nu juist de groep die de spoedreparatie vanwege EU-rechtelijke risico’s niet heeft veroorzaakt.”

 

Een juiste afweging

De staatssecretaris wil op korte termijn met de Tweede Kamer van gedachten wisselen over zijn brief en het verdere vervolgtraject. Van Strien hoopt maar één ding: “Weeg alle varianten voor een nieuwe groepsregeling nog eens goed tegen elkaar af en redeneer niet, zoals nu is gedaan, per definitie toe naar één specifieke oplossingsrichting. Misschien blijft de conclusie dan wel hetzelfde, maar dan heb je in ieder geval een eerlijke en duidelijke afweging gemaakt met alle voors en tegens van alle vier de oplossingsrichtingen.”

 

Bron: Tax live |  6 oktober 2020 | Redacteur Marit Muller | https://www.taxlive.nl/nl/documenten/nieuws/nieuwe-vpb-groepsregeling-verdient-zorgvuldiger-afweging-dan-nu-gegeven/

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl