Geen teruggaaf dividendbelasting voor ‘doorgeefluik’
De oprichter van een lichaam kan over het vermogen van dat
lichaam beschikken alsof het zijn eigen vermogen is. In zo’n
situatie kan fiscus de opbrengsten over dat vermogen toerekenen aan
de oprichter. Deze toerekening werkt door naar de
dividendbelasting. Daardoor kan het lichaam geen ingehouden
dividendbelasting terugvragen.
Een man die in Oostenrijk woont, richt een Oostenrijkse
‘eigennützige Privatstiftung’ (ePS) met rechtspersoonlijkheid op.
Dit lichaam is in Oostenrijk onderworpen aan een winstbelasting. De
ePS ontvangt dividend van een Nederlandse bv. De ePS vraagt de
dividendbelasting die is ingehouden op haar dividend terug van de
Belastingdienst. De fiscus wijst deze verzoeken af. In de
daaropvolgende beroepsprocedure oordeelt of Den Bosch dat de
weigering terecht is. De ePS probeert vervolgens haar gelijk te
krijgen bij de Hoge Raad.
De Hoge Raad gaat eerst in op het juridische kader. Voor de
teruggaaf is onder andere vereist dat de verzoeker voor de heffing
van dividendbelasting moet kwalificeren als opbrengstgerechtigde
(en uiteindelijk gerechtigde). In oudere rechtspraak is beslist dat
voor de inkomstenbelasting het volgende geldt. Kan een
belastingplichtige beschikken over vermogen in de stichting als
ware het zijn eigen vermogen? Dan moet men dat vermogen behandelen
alsof het ging om het vermogen van de belastingplichtige zelf. Dit
brengt mee dat ook de opbrengsten van dat vermogen voor die heffing
worden behandeld als waren zij opbrengsten van die
belastingplichtige zelf. Voor de heffing van de inkomstenbelasting
treedt die belastingplichtige als genieter in de plaats van de
stichting.
Voor de heffing van dividendbelasting en vennootschapsbelasting
geldt hetzelfde. Wat de dividendbelasting betreft, telt de genieter
als de opbrengstgerechtigde. Een en ander geldt ook met betrekking
tot (het vermogen van) een lichaam dat is gevestigd in een andere
staat of opgericht naar het recht van een andere staat. Het oordeel
van het hof dat de oprichter over het vermogen van belanghebbende
kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen is cassatieproof.
En dus kwalificeert de ePS voor de heffing van dividendbelasting
niet als opbrengstgerechtigde.
Bron: Hoge Raad 12-02-2021 (ECLI:NL:HR:2021:212)