Wettelijke omschrijving arbeidsovereenkomst doorslaggevend

16 november 2020

Volgens de Hoge Raad is de bedoeling van partijen niet van belang bij de beoordeling of een afspraak over het verrichten van werkzaamheden een arbeidsovereenkomst is. Van belang is of de tussen de partijen overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst.

Een vrouw neemt met behoud van haar uitkering deel aan het traject ‘participatieplaatsen’. In dat kader sluit de vrouw twee keer achter elkaar plaatsingsovereenkomsten, telkens voor de duur van zes maanden. De vrouw meent dat ze als servicedeskmedewerker bij de gemeente op grond van de tweede plaatsingsovereenkomst een arbeidsovereenkomst met de gemeente is aangegaan. In een juridische procedure stelt zij dat zij hetzelfde werk verrichtte als de betaalde medewerkers in dezelfde functie. Er is volgens haar sprake van een gewone arbeidsovereenkomst. Daarmee zou zij recht hebben op nabetaling van het bij de door haar uitgevoerde functie behorende loon.

Het hof ging niet mee in de stelling dat de vrouw werkzaam was geweest op basis van een arbeidsovereenkomst. Het hof overwoog onder meer dat de vrouw niet hetzelfde takenpakket uitvoerde als haar betaalde collega’s. Verder overwoog het hof dat het bij de plaatsing van de vrouw in het participatietraject niet de bedoeling van partijen was geweest om een arbeidsovereenkomst aan te gaan. De vrouw stelde daarom beroep in cassatie in bij de Hoge Raad. A-G De Bock ging in haar conclusie uitgebreid in op de vraag wanneer sprake is van een arbeidsovereenkomst en het begrip gezagsverhouding. Zij adviseerde de Hoge Raad om de uitspraak van het hof te vernietigen.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof de bedoeling van partijen ten onrechte ook van belang heeft geacht voor de vraag of tussen de gemeente en de vrouw een arbeidsovereenkomst bestaat. Volgens de Hoge Raad is niet van belang of partijen ook daadwerkelijk de bedoeling hadden de arbeidsrelatie onder de wettelijke regeling van de arbeidsovereenkomst te laten vallen. Waar het om gaat, is of de tussen partijen overeengekomen rechten en verplichtingen voldoen aan de wettelijke omschrijving van de arbeidsovereenkomst.
De uitspraak van het hof blijft in stand ook al is het hof op dit punt uit gegaan van een onjuiste maatstaf. Het hof heeft namelijk vervolgens de juiste maatstaf toegepast door te beoordelen of de afspraak over het verrichten van werkzaamheden de kenmerken heeft van een arbeidsovereenkomst. Hierdoor wordt de uitspraak zelfstandig gedragen door de beoordeling op basis van die juiste maatstaf en maakt het toepassen van de verkeerde maatstaf niet dat de uitkomst niet in stand kan blijven. Kortom, de beslissing van het hof dat geen sprake is van een arbeidsovereenkomst blijft in stand.

 

Bron: HR 06-11-2020 (ECLI:NL: HR: 2020:1746)

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl

© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s).  “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.