Niet de werkgever die de formele arbeidsovereenkomst heeft gesloten maar de werkgever die het feitelijk gezag heeft, de loonkosten betaalt en die bevoegd is de werknemer te ontslaan is werkgever voor de sociale verzekeringen. De Centrale Raad van Beroep bevestigt hiermee het oordeel van het Europese Hof over het materieel werkgeverschap voor de sociale verzekeringen.
AFMB Ltd. (hierna: AFMB), een vennootschap die op 10 mei 2011 is opgericht in Cyprus, heeft met in Nederland gevestigde vervoersondernemingen fleetmanagementovereenkomsten gesloten waarbij zij zich ertoe verbond om tegen betaling van een commissie te zorgen voor het beheer van de vrachtwagens die door die ondernemingen voor hun rekening en risico in het kader van hun activiteiten werden geëxploiteerd. Tevens heeft AFMB voor wisselende perioden tussen 1 oktober 2011 en 26 mei 2015 arbeidsovereenkomsten gesloten met internationale vrachtwagenchauffeurs die in Nederland wonen. De chauffeurs zijn door de vervoersondernemingen zelf geselecteerd voordat de arbeidsovereenkomsten met AFMB werden gesloten en hebben na het sluiten van deze overeenkomsten hun werkzaamheden voor rekening en risico van de vervoersondernemingen verricht. De vervoersondernemingen blijven ook het feitelijke gezag uitoefenen en blijven ook de loonkosten van de chauffeurs feitelijk dragen.
Volgens AFMB is zij sinds het moment van het afsluiten van de overeenkomsten de werkgever van de vrachtwagenchauffeurs en is de Cypriotische socialezekerheidswetgeving vanaf dat moment van toepassing op de vrachtwagenchauffeurs. De Svb is echter van mening dat de Nederlandse socialezekerheidswetgeving van toepassing blijft op de vrachtwagenchauffeurs, omdat er na de tussenkomst van AFMB nauwelijks iets is veranderd in de relatie tussen de vrachtwagenchauffeurs en hun in Nederland gevestigde oorspronkelijke werkgevers.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de Svb terecht de Nederlandse sociaalzekerheidswetgeving van toepassing heeft verklaard op de internationale vrachtwagenchauffeurs. AFMB Ltd. kan namelijk niet als werkgever van de internationale vrachtwagenchauffeurs worden aangemerkt. Daarbij is van belang dat niet aannemelijk is geworden dat AFMB Ltd. het feitelijke gezag over de internationale vrachtwagenchauffeurs uitoefende, feitelijk de overeenkomstige loonkosten droeg en feitelijk bevoegd was om de internationale vrachtwagenchauffeurs te ontslaan.
Bron: CRvB 19-11-2020 (ECLI:NL:CRVB:2020:2741), EU HvJ 16-07-2020, nr. C-610/18 [AFMB Ltd e.a] (ECLI:EU:C:2020:565)