Dienstbetrekking civielrechtelijk uitgelegd

11 mei 2020

Omdat er civielrechtelijk sprake is van een dienstbetrekking, is volgens de Hoge Raad terecht een naheffingsaanslag loonbelasting opgelegd vanwege een excessieve vertrekvergoeding.

Belanghebbende hield tot 12 mei 2009 alle aandelen in A BV (hierna: de dochtermaatschappij). De dochtermaatschappij houdt alle aandelen in diverse vennootschappen waarmee zij de energiedivisie van het concern vormde. Belanghebbende heeft in januari 1982 een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten met B (hierna: de werknemer). Daarin was bepaald dat de werknemer werkzaam zou zijn voor de dochtermaatschappij. In 1994 is de werknemer toegetreden tot de directie van de dochtermaatschappij en op 1 maart 1999 tot het bestuur van belanghebbende. In de vanaf 1 maart 1999 geldende arbeidsvoorwaarden was vermeld dat de werknemer belast was met de dagelijkse leiding van de energiesector. Het salaris van de werknemer werd uitbetaald door belanghebbende en doorbelast aan de dochtermaatschappij.

 

Eind 2008 heeft belanghebbende besloten de aandelen in de dochtermaatschappij te verkopen. De werknemer ontvangt een ‘incentive fee’ bij een geslaagde verkoop. Op 12 mei 2009 heeft de werknemer ontslag genomen bij belanghebbende en heeft hij een schriftelijke arbeidsovereenkomst gesloten met de dochtermaatschappij. Eveneens op 12 mei 2009 heeft belanghebbende de aandelen in de dochtermaatschappij verkocht. Op 20 mei 2009 heeft belanghebbende aan de werknemer de met de verkoop verband houdende ‘incentive fee’ van € 5 miljoen betaald. De inspecteur heeft aan belanghebbende met toepassing van artikel 32bb Wet LB (pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding) een naheffingsaanslag loonheffingen opgelegd van € 1.424.901.

 

In geschil is of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Belanghebbende stelt dat geen sprake was van een dienstbetrekking tussen belanghebbende en de werknemer. Belanghebbende stelt dat de dienstbetrekking materieel en niet formeelrechtelijk moet worden beoordeeld. De inspecteur ontkent dit.

 

In navolging van de rechtbank en het hof oordeelt de Hoge Raad dat de werknemer zich in dienst van belanghebbende heeft verbonden tegen loon gedurende zeker tijd arbeid te verrichten en dat naar civiel recht sprake was van een dienstbetrekking tussen belanghebbende en de werknemer en niet tussen de dochtermaatschappij en de werknemer.

 

De inspecteur heeft dan ook terecht de naheffingsaanslag pseudo-eindheffing excessieve vertrekvergoeding opgelegd aan belanghebbende. Het beroep in cassatie van belanghebbende is ongegrond.

 

Bron: HR 01-05-2020, nr. 19/03059 (ECLI:NL:HR:2020:820)

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl