Box 3-verplichting volgt op deeloplevering
Een man koopt een nog op te leveren woning. Iedere keer dat de aannemer een onderdeel of bouwfase afrondt, is de koper een deel van de aankoopprijs verschuldigd. In deze situatie staat Rechtbank Noord-Holland niet toe dat de koper nog niet verschuldigde termijnen tegenover een banksaldo in box 3 plaatst.
Een man verkoopt zijn eigen woning in december 2016. Hij ontvangt daarbij een bedrag van bijna € 370.000. Op 28 april 2017 sluit de man een koop/aanneemovereenkomst voor een nieuwbouwwoning. Hij moet de koop/aanneemsom in termijnen betalen. De man is pas een termijn verschuldigd als een bepaald onderdeel van de nieuwbouw is gerealiseerd. Op 1 januari 2018 heeft de man nog € 193.973 van de verkoopopbrengst op zijn bankrekening staan. Hij meent dat dit bedrag niet in box 3 valt, omdat het voortvloeit uit de verkoop van zijn eigen woning en hij het bedrag ook wil besteden aan zijn nieuwe eigen woning. Maar de Belastingdienst stelt dat de herkomst en de bestemming van banksaldi irrelevant zijn voor box 3. De rechtbank onderschrijft dit standpunt. De rechter verwerpt de stelling van de man dat hij als koper van een nieuwbouwwoning wordt gediscrimineerd in vergelijking met de koper van een bestaand huis.
Subsidiair stelt de man dat tegenover zijn banksaldo een even grote schuld staat. Ook hierin gaat de rechtbank niet mee. De man is meer verschuldigd naarmate de aannemer meer opleverde. Maar de woning is pas in november 2018 volledig opgeleverd. Aan het begin van januari 2018 hoefde de man dus nog verschillende termijnen niet te betalen. Hij mag daarom geen verplichtingen vanuit de koop/aanneemovereenkomst als box 3-schuld opnemen.
Bron: Rb. Noord-Holland 12-11-2020 (ECLI:NL:RBNHO:2020:10031)