Afhandelen lopende zaken is geen inkomensbron
Als een ondernemer verwacht dat hij door ziekte zijn onderneming niet meer zal kunnen uitoefenen, moet hij maatregelen treffen. Hij kan bijvoorbeeld verklaren dat een familielid de lopende zaken van de onderneming afhandelt. In dat geval mag de Belastingdienst opbrengsten uit het afhandelen van de zaken niet zo maar toerekenen aan de zaakwaarnemer.
Een ernstig zieke ondernemer neemt op 13 oktober 2015 in een verklaring op dat zijn jongere broer vanaf 1 januari 2016 zijn onderneming zal voortzetten. Op 26 oktober 2015 overlijdt de ondernemer. Zijn minderjarige dochter is de enige erfgename. Haar oom, de jongere broer van de overleden ondernemer, rondt in 2016 de lopende verplichtingen van de onderneming af. Dit doet hij met een nieuw bedrijf, dat hij hetzelfde jaar nog beëindigt. De Belastingdienst meent dat de man met de afrondingsactiviteiten belastbaar inkomen heeft genoten. De man bestrijdt dit.
De man stelt voor Rechtbank Gelderland dat het nooit zijn bedoeling was om voordeel te behalen met de onderneming van zijn overleden broer. Hij wilde alleen de schade voor zijn nichtje beperken door op te treden als op als zaakwaarnemer. De rechtbank vindt dit verhaal aannemelijk. Uit niets blijkt namelijk dat de man een bedrag voor het bedrijf van zijn broer heeft betaald. Hij heeft evenmin activa en passiva of contracten op zijn naam gezet. De man heeft wel gelden ontvangen op zijn eigen rekening. Maar dat was waarschijnlijk nodig omdat de fiscus beslag had gelegd op de rekening van het bedrijf van de overleden ondernemer. De man zou als zaakwaarnemer nog een redelijke vergoeding kunnen eisen. Zo’n vergoeding is echter niet overeengekomen. De rechtbank constateert daarom dat de man heeft deelgenomen aan het economische verkeer, maar dat een subjectieve winstverwachting ontbrak. Daarom kwalificeren de desbetreffende activiteiten al niet als een bron van inkomen, laat staan dat zij tot een belastbaar inkomen leiden.
De rechtbank meent overigens dat evenmin sprake is van een objectieve winstverwachting. De man beschikt niet over de nodige papieren om de onderneming echt voort te zetten. Bovendien had de onderneming meer schulden dan de erflater dacht. Zijn broer had zelfs leningen moeten afsluiten om de verplichtingen van de onderneming te voldoen.
Bron: Rb. Gelderland 18-03-2020, nr. AWB 19/3664 (ECLI:NL:RBGEL:2020:1860)