Het kabinet heeft op 21 januari 2021 aangekondigd dat eerder bekendgemaakte versoberingen van de NOW 3 niet zullen worden doorgevoerd. Hiermee komt het kabinet tegemoet aan ondernemers die worden getroffen door de verlengde lockdown en bijkomende overheidsmaatregelen. Daarnaast zal de NOW 3 op een aantal punten worden gewijzigd. De wijzigingen zijn op 2 februari 2021 gepubliceerd en treden per 3 februari 2021 in werking. In deze bijdrage lichten wij de wijzigingen van de NOW 3 nader toe.
Wijzigingen NOW 3
De voorwaarden van de vijfde tranche van NOW 3 (april – juni 2021) zijn gewijzigd. Deze wijzigingen houden het volgende in.
- De maximale tegemoetkoming in de loonkosten wordt (net als in de vierde tranche) verhoogd. Het maximum vergoedingspercentage is tot 1 juli 2021 verhoogd naar 85%.
- De loonsomvrijstelling wordt (net als in de derde en vierde tranche) verlaagd van 20% naar 10%. Dit betekent dat een werkgever die een beroep doet op NOW 3, vijfde tranche, zijn loonsom nog steeds maar met 10% mag laten dalen, zonder dat dit gevolgen heeft voor de subsidie.
- De drempel van minimale omzetverlies wordt (net als in de derde en vierde tranche) verlaagd van 30% naar 20%.
- De tegemoetkoming wordt (net als in de derde en vierde tranche) op tweemaal het maximum dagloon gemaximeerd, in plaats van eenmaal het maximum dagloon.
In onderstaande tabel zijn de belangrijkste kenmerken van de NOW 1, NOW 2 en NOW 3 schematisch weergegeven.
|
NOW 1 |
NOW 2 |
NOW 3.1 (derde tranche) |
NOW 3.2 (vierde tranche) |
NOW 3.3 (vijfde tranche) |
Aanvraag- periode |
6 april 2020 t/m 5 juni 2020 |
6 juli 2020 t/m 31 augustus 2020 |
16 november 2020 t/m 27 december 2020 |
15 februari 2021 t/m 14 maart 2021 |
17 mei 2021 t/m 13 juni 2021 |
Subsidie- periode |
1 maart 2020 t/m 31 mei 2020 |
1 juni 2020 t/m 30 september 2020 |
1 oktober 2020 t/m 31 december 2020 |
1 januari 2021 t/m 31 maart 2021 |
1 april 2021 t/m 30 juni 2021 |
Meetperiode omzetdaling[1] |
maart 2020 t/m juli 2020 (3 maanden) |
juni 2020 t/m november 2020 (4 maanden) |
oktober 2020 t/m februari 2020 (3 maanden) |
januari 2021 t/m mei 2021 (3 maanden) |
april 2021 t/m augustus 2021 (3 maanden) |
Maximale vergoedings- percentage loonsom |
90% |
90% |
80% |
85% |
85% |
Minimale omzetdaling |
20% |
20% |
20% |
20% |
20% |
Forfaitaire opslag |
30% |
40% |
40% |
40% |
40% |
Loonsom- vrijstelling |
n.v.t. |
n.v.t. |
10% |
10% |
10% |
Maximale loonsom per werknemer per maand |
€ 9.538 |
€ 9.538 |
€ 9.691 |
€ 9.718 |
€ 9.718 |
Verzoek tot intrekking van verleningsbeschikkingen en wijziging in de verplichte aansluiting van omzetperiodes van opvolgende tranches
Een verzoek tot intrekking van een verleningsbeschikking kan tot gevolg hebben dat de werkgever de omzetperiode van het opvolgend subsidietijdvak zelf mag kiezen en deze dus niet meer hoeft aan te sluiten op de omzetperiode van het subsidietijdvak waarvoor het intrekkingsverzoek wordt gedaan. Dit was tot nu toe steeds het geval als het intrekkingsverzoek werd gedaan voordat de subsidie van het opvolgende tijdvak werd aangevraagd. Die mogelijkheid wordt nu voor intrekkingsverzoeken voor de verleningsbeschikking van de derde en vierde tranche in tijd beperkt. Als de werkgever vóór 15 februari 2021 de beschikking tot subsidieverlening op grond van de derde tranche heeft ingetrokken dan hoeft de omzetperiode van de vierde tranche niet meer op de omzetperiode van de derde tranche aan te sluiten. Als de werkgever vóór 1 april 2021 de beschikking tot subsidieverlening op grond van de vierde tranche heeft ingetrokken dan hoeft de omzetperiode van de vijfde tranche niet op de omzetperiode van de vierde tranche aan te sluiten. Geschiedt de intrekking op of na voornoemde data dan moet de omzetperiode van de opvolgende tranche dus wel nog steeds aansluiten op de daaraan voorafgaande.
Verzoek tot vaststelling subsidie op nihil
Minister Koolmees heeft in de toelichting aangegeven dat intrekkingsverzoeken die worden ingediend op een tijdstip dat zij niet meer tot gevolg hebben dat de omzetperiode van het opvolgende subsidietijdvak zelf mag worden gekozen, door het UWV zullen worden afgewezen maar dat in dat geval uiteraard wel nog de mogelijkheid bestaat om ofwel te verzoeken om de subsidie op nihil vast te stellen, ofwel in het geheel geen verzoek tot vaststelling te doen. Ook dan wordt de subsidie op nihil vastgesteld. Een vaststelling op nihil leidt tot terugvordering van het verstrekte voorschot. Voorts licht de Minister toe dat als de werkgever om vaststelling op nihil verzoekt er dan ook geen accountants- of derdenverklaring hoeft te worden bijgevoegd (ook als dat verplicht zou zijn vanwege de hoogte van het voorschot of het subsidiebedrag). Werkgevers die na het aanvragen en ontvangen van NOW subsidie tot de conclusie komen dat zij toch geen recht hebben op NOW subsidie, bijvoorbeeld omdat de vereiste omzetdaling niet gehaald wordt of om andere redenen de NOW subsidie geheel willen terugbetalen maar geen intrekkingsverzoek meer kunnen doen, kunnen dus een verzoek tot vaststelling op nihil doen en hoeven dan geen accountants- of derdenverklaring bij te voegen.
Het is dan ook aan te raden als een werkgever vrijwillig zijn NOW subsidie wil terugbetalen en geen intrekkingsverzoek meer kan doen, dat deze werkgever altijd een verzoek tot vaststelling op nihil indient. Zo voorkomt de werkgever in de toekomst verwarringen en eventuele naheffingen en/of boetes.
Overeenkomst met één belanghebbende vertegenwoordiging van werknemers over werkbehoud
Op grond van de NOW moet de werkgever die twintig of meer werknemers heeft en een aanvraag doet op het niveau van de werkmaatschappijregeling een overeenkomst over werkbehoud sluiten met de belanghebbende verenigingen van werknemers. Indien er geen overeenkomst wordt gesloten dan wordt bij vaststelling de subsidie op nihil vastgesteld en wordt het voorschot teruggevorderd. Deze voorwaarde wordt nu echter genuanceerd. De overeenkomst moet (slechts) door minimaal één belanghebbende vertegenwoordiging van werknemers worden ondertekend.
Afsluiting
Voor vragen en/of overleg naar aanleiding van deze bijdrage verwijzen wij u door naar uw relatiemanager of een bedrijfsjurist van PKF Wallast.
[1] Als in de direct voorliggende periode ook een beroep is gedaan op de NOW, dan moet de meetperiode aansluiten op de daaraan voorafgaand gekozen meetperiode.