Update NOW naar aanleiding van recente ontwikkelingen

8 oktober 2020

In deze bijdrage bespreken wij een aantal recente ontwikkelingen rond de NOW. Zo heeft Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op 30 september 2020 een aantal wijzigingen op de NOW 1 en NOW 2 gepubliceerd, die per 1 oktober 2020 in werking zijn getreden. Deze wijzigingen zullen wij in deze bijdrage nader toelichten (Paragraaf I). Vervolgens staan wij stil bij een aantal knelpunten uit de praktijk waarin voornoemde wijzigingen van 1 oktober 2020 niet voorzien (Paragraaf II). Daarna gaan wij aan de hand van twee checklisten nader in op de aanvraag van de vaststelling van de subsidie NOW 1 en NOW 2 (Paragraaf III). Tot slot bespreken wij de Beleidsregel vaststelling NOW-subsidie die Minister Koolmees op 5 oktober 2020 heeft gepubliceerd (Paragraaf IV).

Wijziging NOW 1 en NOW 2 d.d. 1 oktober 2020

1. Wijziging artikel 6a NOW 1 en artikel 7 NOW 2 voor individuele werkmaatschappijen

Op basis van artikel 6a NOW 1 en artikel 7 NOW 2 kan een individuele entiteit een beroep doen op subsidie in het geval het concern de drempel van 20% omzetverlies niet haalt maar de individuele entiteit zelfstandig wel meer dan 20% omzetverlies heeft. Dit wel met aanvullende voorwaarden (zie voor meer info daarover onze eerdere bijdrage ‘Aanpassingen NOW-regeling per 1 mei 2020’). Vóór de wijziging van 1 oktober 2020 kon een individuele entiteit op grond van artikel 6a NOW 1 respectievelijk artikel 7 NOW 2 een subsidieaanvraag doen, indien:

  • de individuele entiteit zelfstandig meer dan 20% omzetdaling heeft;
  • het concernhoofd voorafgaand aan het subsidieverzoek verklaart geen dividend en/of bonussen uit te keren c.q. eigen aandelen in te kopen over 2020;
  • op concernniveau geen sprake is van 20% omzetdaling;
  • de aanvragende entiteit geen personeels-bv betreft; en
  • de aanvragende entiteit voor de aanvraag van subsidie een overeenkomst met de vakbond of werknemersvertegenwoordiging over werkbehoud sluit.

Voor de NOW 1 gold op grond van artikel 6a NOW nog de aanvullende voorwaarde dat de aanvraag voor subsidie op grond van artikel 6a NOW moest zijn ingediend ná de datum van inwerkingtreding van artikel 6a NOW 1 (d.w.z. na 4 mei 2020). Met andere woorden, organisaties die vóór 5 mei 2020 al NOW hadden aangevraagd konden geen beroep meer doen op artikel 6a NOW 1.

Na de wijziging van 1 oktober 2020 geldt voor de uitzondering uit artikel 6a NOW 1 en artikel 7 NOW 2 voor individuele werkmaatschappijen het volgende. Allereerst komt de verplichting uit artikel 6a NOW 1 dat de NOW-aanvraag na 4 mei 2020 moet zijn gedaan te vervallen en kan hierdoor een beroep door een werkmaatschappij op artikel 6a NOW 1 alsnog bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie worden gedaan. Dus ook indien oorspronkelijk een NOW-aanvraag voor 5 mei 2020 was ingediend. Daarnaast hoeft aan de hierna genoemde twee voorwaarden van artikel 6a NOW 1 en artikel 7 NOW 2 pas bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie zijn voldaan, in plaats van reeds ten tijde van de aanvraag van subsidie:

  • de verklaring dat over het boekjaar 2020 geen dividend dan wel bonussen worden uitgekeerd noch eigen aandelen over het boekjaar 2020 zullen worden ingekocht; en
  • de overeenkomst met de vakbond of werknemersvertegenwoordiging over werkbehoud.

Om een beroep te kunnen doen op de uitzondering voor individuele werkmaatschappijen geldt uiteraard nog steeds de voorwaarde dat de groep als geheel geen 20% omzetverlies haalt en blijven de overige vereisten uit artikel 6a NOW 1 en artikel 7 NOW 2 gewoon van toepassing.

2. Verbod op opsparen van dividend, bonussen of inkoop eigen aandelen

Voorts is met ingang van 1 oktober 2020 het verbod op het uitkeren van dividend en/of bonussen en het inkopen van eigen aandelen toegelicht, zodanig dat nu verduidelijkt is dat het verbod niet enkel geldt tot en met de datum van de vergadering waarin de jaarrekening over 2020 wordt vastgesteld in 2021 maar dat ook ná de vaststelling van de jaarrekening 2020 er niet alsnog bonus of dividend over 2020 mag worden uitgekeerd of aandelen mogen worden ingekocht over 2020. De tekst van de NOW zoals die luidde voor de wijziging zou namelijk bij werkgevers de suggestie kunnen wekken dat het toegestaan is om dividend, bonussen en inkoop van eigen aandelen op te sparen tot na de jaarvergadering, zodat daarna alsnog kan worden uitgekeerd c.q. ingekocht over 2020. Minister Koolmees acht het opsparen en vervolgens uitkeren in strijd met het doel van de NOW. Door de wijziging wordt iedere twijfel weggenomen en is duidelijk dat het verbod op uitkeren van dividend, bonussen en inkoop van eigen aandelen geldt over het jaar 2020.

3. Bij aanvraag vaststelling subsidie geen onderliggende documentatie meer vereist

Daarnaast is een verplichting uit de NOW per 1 oktober 2020 veranderd. De werkgever hoeft bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie geen documentatie meer bij te voegen ter bewijs van de definitieve omzetdaling en het voldoen aan de voorwaarden van artikel 6a van de regeling. Wel moet de werkgever informatie aanleveren waaruit de gerealiseerde omzetdaling, referentieperiode en de omzet in de referentieperiode volgt. Daarnaast dient de werkgever in het aanvraagformulier te verklaren dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 6a NOW 1 en artikel 7 NOW 2 en stuurt hij uiteraard nog steeds indien nodig een derdenverklaring of een accountantsverklaring mee. De onderbouwende documenten kunnen wel opgevraagd worden van de werkgever als er bijvoorbeeld in een later stadium nader onderzoek wordt gedaan. De werkgever blijft op grond van de NOW verplicht om een zodanig controleerbare administratie te voeren dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan en desgevraagd tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie inzage te verlenen in deze administratie.

Overige knelpunten rond de NOW

Daarnaast brengen wij de volgende ontwikkelingen en/of knelpunten graag nog onder de aandacht. Deze knelpunten zijn (nog) niet gewijzigd en staan dus los van de wijzigingen van de NOW 1 en NOW 2 van 30 september jl.

1. Flexbedrijven die wekelijks verlonen krijgen minder subsidie

Voor bedrijven met flexibele werkkrachten in dienst is het gebruikelijk om wekelijks te verlonen. Deze manier van verlonen kan echter ertoe leiden dat deze flexbedrijven minder NOW-subsidie krijgen dan bedrijven die maandelijks of om de vier weken verlonen. Voor de NOW 2 moet de loonsom over de periode waarin subsidie wordt ontvangen zoveel mogelijk gelijk blijven ten opzichte van de peilmaand maart 2020. Flexbedrijven doen echter loonaangifte in een cyclus van vier-vier-vijf weken. Dit betekent dat de loonaangifte voor de maand maart vijf weken telt en de loonsom daardoor dus hoger is in maart dan in de maanden januari, februari, april en mei. Dit kan echter niet worden gecorrigeerd, waardoor lijkt dat flexbedrijven meer subsidie vragen dan waar ze recht op hebben.

Voorbeeld: een bedrijf dat wekelijks € 100.000 verloont – en in maart dus € 500.000 – maakt aanspraak op subsidie op basis van een loonsom van € 2.000.000 over vier maanden. Feitelijk is de loonsom over die achttien weken echter maar € 1.800.000. Bij de vaststelling van de subsidie zal het flexbedrijf de te veel genoten subsidie moeten terugbetalen (€ 200.000), vaak nog vermeerderd met een boete.

Dit knelpunt is bekend bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en er wordt gekeken naar een oplossing.

2. Rechtbank Noord-Nederland: de NOW kent geen hardheidsclausule

De Rechtbank Noord-Nederland heeft op 25 augustus 2020 geconcludeerd dat de NOW niet voorziet in een hardheidsclausule. Een hardheidsclausule betekent dat een overheidsorgaan (in het geval van de NOW: het UWV) de mogelijkheid heeft van (dwingende) wetgeving af te wijken, indien de toepassing van die regeling tot een onvoorzien en onredelijk benadelend gevolg zou leiden voor de betreffende burger of onderneming. Dit betekent dat wanneer een fout wordt gemaakt door een aanvragende partij bij de subsidieaanvraag, de NOW-regeling het UWV geen ruimte biedt om af te wijken van de regeling. Een aanvrager krijgt dus niet snel een tweede kans bij het indienen van een NOW-aanvraag.

Checklisten aanvraag tot vaststelling subsidie NOW 1 en NOW 2

Vanaf 6 oktober 2020 kan de vaststelling van de subsidie NOW 1 worden aangevraagd en vanaf 15 november 2020 kan de vaststelling van de subsidie onder NOW 2 worden aangevraagd. De vaststelling moet binnen 24 weken worden aangevraagd met behulp van een formulier van het UVW. Deze termijn is 38 weken indien bij de aanvraag tot vaststelling een accountantsverklaring moet worden overlegd. Werkgevers (zelfstandig of in groepsverband) dienen een accountantsverklaring te overleggen bij de aanvraag tot vaststelling van de subsidie indien een subsidievoorschot is verstrekt van € 100.000 of meer, of indien de vastgestelde subsidie die wordt verstrekt € 125.000 of meer bedraagt. Werkmaatschappijen die een beroep hebben gedaan op artikel 6a NOW 1 of artikel 7 NOW  2 zijn tevens verplicht een accountantsverklaring te overleggen ongeacht de hoogte van het voorschot of de subsidie. Indien een subsidievoorschot is verstrekt van € 20.000 of meer maar minder dan € 100.000, of indien de vastgestelde subsidie die wordt verstrekt € 25.000 of meer bedraagt maar minder dan € 125.000 bedraagt, dan moeten de subsidieaanvragers een verklaring van een derde deskundige overleggen. Onderstaand zijn twee juridische checklisten opgenomen met aandachtspunten voor de indiening van de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.

Als praktische noot merken wij hierbij op dat als na de NOW-aanvraag is of wordt besloten om geen gebruik meer te maken van de NOW (bijvoorbeeld omdat achteraf blijkt dat de drempel voor de omzetdaling van 20% toch niet gehaald wordt) om dan niet te vergeten om de NOW-aanvraag in te trekken. Dit kan middels een brief aan het UWV met een toelichting waarom geen gebruik meer wordt gemaakt van de NOW. Daarbij dient een kopie van de beslissing op de NOW-aanvraag te worden meegestuurd. Voor meer informatie en het adres waar de brief naartoe verzonden moet worden, verwijzen wij u naar de website van het UWV.

JURIDISCHE CHECKLIST VASTSTELLING SUBSIDIE NOW 1          

Stap Actiepunt Tijd
1. De werkgever moet de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan, de werknemers informeren over de subsidieverlening. Uiterlijk voor aanvraag vaststelling subsidie
2. De werkgever is verplicht indien loonkostensubsidie van de gemeente wordt ontvangen om aan de gemeente een melding te doen van de NOW-toekenning. Uiterlijk voor aanvraag vaststelling subsidie
3. De werkgever voert na de subsidieaanvraag een zodanig controleerbare administratie dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan. De werkgever verleent tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie inzage in deze administratie. Vanaf aanvraag subsidie tot 5 jaar na datum vaststelling van de subsidie
4. De werkgever maakt melding bij het UWV indien zich andere omstandigheden voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Vanaf aanvraag subsidie tot datum vaststelling van de subsidie
5. De werkgever stelt een definitieve opgave op van de omzetdaling van de periode waarover subsidie is ontvangen. Voor aanvraag vaststelling subsidie
6. Rechtspersoon of groep overlegt bij aanvraag vaststelling subsidie een accountantsverklaring, indien:

  • ontvangen voorschot subsidie ≥ € 100.000;
  • ontvangen vastgestelde subsidie ≥ € 125.000; of
  • werkmaatschappij doet een beroep op artikel 6a NOW 1.
Bij aanvraag vaststelling subsidie
7. Rechtspersoon of groep overlegt bij aanvraag vaststelling subsidie een derdenverklaring, indien:

–           ontvangen voorschot subsidie ≥ € 20.000 maar < € 100.000; of

–           ontvangen vastgestelde subsidie ≥ € 25.000 maar < € 125.000.

Bij aanvraag vaststelling subsidie
8. De werkgever moet verklaren dat zij heeft voldaan aan alle verplichtingen uit de NOW. Bij

aanvraag vaststelling subsidie

9. De werkgever levert in het aanvraagformulier de benodigde informatie aan voor het bepalen van de uiteindelijke omzetdaling. Bij aanvraag vaststelling subsidie
10. In het geval de werkmaatschappij bij vaststelling van de subsidie een beroep doet op artikel 6a NOW 1, dan overleggen van:

  • verklaring concernhoofd dat geen dividend / bonussen wordt uitgekeerd of eigen aandelen worden ingekocht over 2020;
  • overeenkomst over werkbehoud met vakbond of werknemersvertegenwoordiging.
Bij aanvraag vaststelling subsidie

JURIDISCHE CHECKLIST VASTSTELLING SUBSIDIE NOW 2

Stap Actiepunt Tijd
1. De werkgever moet de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan, de werknemers informeren over de subsidieverlening. Uiterlijk voor aanvraag vaststelling subsidie
2. De werkgever is verplicht zich in te spannen om werknemers te stimuleren om deel te nemen aan een ontwikkeladvies of aan scholing. Werkgevers kunnen daarbij een beroep doen op het crisispakket NL leert door. Uiterlijk voor aanvraag vaststelling subsidie
3. De werkgever voert na de subsidieaanvraag een zodanig controleerbare administratie dat alle voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde gegevens kunnen worden nagegaan. De werkgever verleent tot vijf jaar na de datum van vaststelling van de subsidie inzage in deze administratie. Vanaf aanvraag subsidie tot 5 jaar na datum vaststelling van de subsidie
4. De werkgever maakt melding bij het UWV indien zich andere omstandigheden voordoen die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie. Vanaf aanvraag subsidie tot datum vaststelling van de subsidie
5. De werkgever stelt een definitieve opgave op van de omzetdaling van de periode waarover subsidie is ontvangen. Voor aanvraag vaststelling subsidie
6. Rechtspersoon of groep overlegt bij aanvraag vaststelling subsidie een accountantsverklaring, indien:

  • ontvangen voorschot subsidie ≥ € 100.000;
  • ontvangen vastgestelde subsidie ≥ € 125.000; of
  • werkmaatschappij doet een beroep op artikel 7 NOW 2.
Bij aanvraag vaststelling subsidie
7. Rechtspersoon of groep overlegt bij aanvraag vaststelling subsidie een derdenverklaring, indien:

–           ontvangen voorschot subsidie ≥ € 20.000 maar < € 100.000; of

–           ontvangen vastgestelde subsidie≥ € 25.000 maar < € 125.000.

Bij aanvraag vaststelling subsidie
8. De werkgever moet verklaren dat zij heeft voldaan aan alle verplichtingen uit de NOW. Bij

aanvraag vaststelling subsidie

9. De werkgever levert in het aanvraagformulier de benodigde informatie aan voor het bepalen van de uiteindelijke omzetdaling. Bij aanvraag vaststelling subsidie
10. In het geval de werkmaatschappij bij vaststelling van de subsidie een beroep doet op artikel 7 NOW 2, dan overleggen van:

  • verklaring concernhoofd dat geen dividend / bonussen wordt uitgekeerd of eigen aandelen worden ingekocht over 2020;
  • overeenkomst over werkbehoud met vakbond of werknemersvertegenwoordiging.
Bij aanvraag vaststelling subsidie

Beleidsregel vaststelling NOW-subsidie van 29 september 2020

Uit voorgaande checklisten volgt wanneer een accountantsverklaring moet worden overlegd bij de aanvraag van de vaststelling van de subsidie. Minister Koolmees heeft op 5 oktober 2020 de Beleidsregel vaststelling NOW-subsidie (hierna ‘Beleidsregel’) gepubliceerd, waarin de rol van de accountant ten aanzien van de accountantsverklaring nader wordt ingekleurd. De Beleidsregel is op 6 oktober 2020 in werking getreden.

Uit de Beleidsregel volgt dat indien een accountant een oordeelonthouding afgeeft ten aanzien van de accountantsverklaring als gevolg van inherente beperkingen – bijvoorbeeld als door de omvang van de onderneming of corona gerelateerde omstandigheden de administratieve organisatie en interne beheersing van een organisatie (tijdelijk) ontoereikend is geworden- dan wordt op de vastgestelde subsidie een korting van 10% ingehouden. Als de oordeelonthouding het gevolg is van niet uitsluitend inherente beperkingen, bijvoorbeeld als de accountant onvoldoende een oordeel kan vormen over de controleerbaarheid en betrouwbaarheid van de administratie of de administratieve organisatie van de werkgever onvoldoende toereikend is, de accountant niet kan concluderen dat de opgegeven gegevens plausibel zijn of dat de accountant fraude heeft geconstateerd of fouten die niet gecorrigeerd zijn, dan wordt de subsidie vastgesteld op nihil en moet het volledige voorschot worden terugbetaald.

Afsluiting

Als u vragen heeft naar aanleiding van deze bijdrage, neem dan contact op met uw relatiemanager of een van de bedrijfsjuristen van PKF Wallast.

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl