Als een ondernemer niet dreigt te voldoen aan het urencriterium, kan hij proberen om uren die hij heeft besteed aan andere werkzaamheden met dezelfde klantenkring mee te tellen. Maar de kans is zeer groot dat de Belastingdienst niet akkoord gaat met deze samentrekking van werkzaamheden.
Een vrouw verricht in het kader van haar onderneming werkzaamheden als gastouder. Dit doet zij gemiddeld maar twee dagen in de week. Daardoor maakt zij te weinig uren om te voldoen aan het urencriterium met alle gevolgen van dien. Zij probeert dit op te lossen door uren die zij besteedt aan andere activiteiten mee te tellen. Behalve dat zij actief is als gastouder verkoopt zij ook zelfgemaakt speelgoed. De vrouw heeft zowel voor de kinderopvang als voor haar speelgoedverkoop een website en een administratie. Zij heeft beide activiteiten bij de Kamer van Koophandel onder hetzelfde nummer ingeschreven. Zij stelt dat het maken en verkopen van speelgoed in het verlengde ligt van de kinderopvang. Zij levert een service en een bepaald gemak aan ouders door kinderopvang en speelgoed aan te bieden. De inspecteur en Hof Den Haag zien dat toch anders. Dat de klantenkring van de kinderopvang en klantenkring van de speelgoedverkoop een gedeeltelijke overlap vertonen, is onvoldoende om te stellen dat sprake is van één onderneming. Het hof bekijkt vervolgens of de vrouw met het maken en verkopen van speelgoed een afzonderlijke onderneming drijft. Het hof constateert dat de speelgoedverkoop een te lage omzet en resultaat heeft om een bron van inkomen te zijn. Het maken en verkopen van speelgoed zijn dus geen ondernemingsactiviteiten voor de vrouw. De daaraan bestede uren tellen dus niet mee voor het urencriterium.
Bron: Hof Den Haag 16-01-2019, BK-18/00414 (ECLI:NL:GHDHA:2019:47)