Vergoeding misgelopen kinderopvangtoeslag niet aftrekbaar
Sommige grootouders behalen resultaat uit overige werkzaamheden met de opvang van hun kleinkinderen. Als zij aan hun kinderen een deel van de vergoeding terugbetalen vanwege een misgelopen kinderopvangtoeslag, is die betaling niet aftrekbaar.
Een man start in 2003 met de opvang van de kinderen van zijn dochter. Deze dochter sluit op 1 februari 2009 een overeenkomst voor kinderopvang met een gastouderbureau. Op dezelfde dag sluit zij een kinderopvangovereenkomst met haar vader. Haar vader ontvangt voor de geboden kinderopvang een vergoeding van zijn dochter. Deze vergoeding bestaat uit het voorschot aan kinderopvangtoeslag dat zij heeft ontvangen. Daar gaat nog een vergoeding voor het gastouderbureau vanaf. De Belastingdienst merkt de inkomsten van de grootvader uit de kinderopvang aan als resultaat uit overige werkzaamheden. In 2014 oordeelt de Raad van State dat de vrouw geen recht heeft op kinderopvangtoeslag. Zij moet het voorschot terugbetalen, maar ontvangt een even groot bedrag van haar vader. Hij wil dit bedrag aftrekken van zijn resultaat uit overige werkzaamheden. De Belastingdienst weigert deze aftrek.
Ook Hof Den Haag meent dat de vergoeding niet aftrekbaar is. De man betaalde het bedrag vanwege de familierelatie tussen hem en de vrouw. Een zakelijk handelende kinderopvanginstelling had het bedrag niet betaald. De man gaat vervolgens in cassatie. Hij beweert dat hij de stelling van de inspecteur heeft weersproken. Maar daar kan de Hoge Raad niets mee. Dan zou de Hoge Raad feiten moeten onderzoeken, wat niet zijn taak is. Het hofoordeel is bovendien begrijpelijk. Daarom verklaart de Hoge Raad het cassatieberoep van de grootvader ongegrond.
Bron: HR 27-03-2020, nr. 18/05180