Onlangs is een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden gepubliceerd over een geschil, waarvan de uitslag al was uitgelekt. Het betreft de zaak tussen een mediabedrijf en de Belastingdienst. Het hof oordeelt dat een bekende chef-kok en horecadeskundige niet in dienstbetrekking werkzaamheden verricht voor het mediabedrijf. De officiële publicatie van de uitspraak geeft meer inzicht in de redenering van het hof.
Het mediabedrijf en de chef-kok willen allebei niet dat de kok in dienstbetrekking zijn werkzaamheden voor het mediabedrijf verricht. Daarom komen zij overeen dat de man via zijn bv zijn werkzaamheden voor het mediabedrijf uitvoert. Maar daarnaast houdt hij zich ook bezig met andere activiteiten voor zijn bv. Daarbij valt te denken aan het publiceren van culinaire boeken, het bereiden van stoofvleesrecepturen en het verzorgen van culinaire workshops aan bedrijven. Daardoor behaalt de bv in 2016 zo’n 74% van haar omzet uit andere werkzaamheden dan die voor het mediabedrijf. Het hof ziet hierin aanwijzingen dat geen dienstbetrekking bestaat tussen de man en het mediabedrijf.
De fiscus weet het hof evenmin ervan te overtuigen dat feitelijk een gezagsverhouding bestaat tussen het mediabedrijf en de chef-kok. Het bedrijf stelt wel een script op voor de programma’s waaraan de kok werkt, maar dit is een ‘levend document’. Dat betekent dat tijdens de opnamen nog wijzigingen zijn aan te brengen, waarop man invloed kan uitoefenen. Ook de aard van de te maken programma’s (reality) brengt met zich dat soms improvisatie is vereist tijdens de opnamedagen. Het hof concludeert daaruit dat het mediabedrijf en de chef-kok min of meer op basis van gelijkwaardigheid werken. In deze situatie is geen sprake van een dienstbetrekking. Het mediabedrijf hoeft daarom geen premies werknemersverzekeringen in te houden op de vergoeding aan de bv van de chef-kok.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 24-04-2019