Toets dienstbaarheid verhuur van vastgoed bv
Sommige bv’s verhuren hun opslagruimtes aan hun klanten. Als deze verhuur dienstbaar is aan de onderneming van de bv, tellen de opslagruimtes niet mee bij de toets of de bv een onroerendezaakrechtspersoon is. De Hoge Raad oordeelt dat de belastingrechter moet motiveren waarom hij meent dat sprake is van dienstbaarheid.
Een bv verwerft aandelen in een holding die opslagbedrijven exploiteert. Maar de bedrijfsvoering omvat daarnaast ook de advisering en begeleiding van klanten. Assisteren bij opslag, verkoop van materialen, afsluiten van verzekeringen, beveiliging en screening van klanten behoren eveneens tot de activiteiten van de bv. Hof Den Bosch meent dat de aandelen in de holding niet kwalificeren als een fictieve onroerende zaak. Daardoor hoeft de bv van het hof geen overdrachtsbelasting te betalen. Maar de Hoge Raad oordeelt dat het hof te kort door de bocht is gegaan. Het klopt dat geen sprake is van een fictieve onroerende zaak als de terbeschikkingstelling van opslagruimten aan de klanten ondergeschikt is aan de diensten die de holding levert aan haar klanten. Maar het hof heeft niet gemotiveerd waarom het meent dat deze situatie zich hier voordoet. De Hoge Raad besluit dan ook de zaak door te verwijzen naar Hof Amsterdam.
Bron: HR 16-04-2021 (ECLI:NL:HR:2021:585)