Bij de waardering van pensioenverplichtingen moet een rekenrente van ten minste 4% in aanmerking worden genomen. Dit is niet in strijd met art. 1 EP EVRM.
Een bv draagt op 31 december 2013 de pensioenverplichting van haar dga over aan een dochtervennootschap. Op basis van een afspraak met de inspecteur waardeert de bv de pensioenverplichting tot die datum op commerciële grondslagen, met een rekenrente van 2,57%. De dochtervennootschap moet per 1 januari 2014 (ingangsdatum pensioen) de waarde bepalen op fiscale grondslagen, met een rekenrente van 4%. Dit resulteert in 2014 in een belaste vrijval van een deel van de pensioenverplichting.
Hof Amsterdam oordeelt dat het fiscale waarderingsvoorschrift niet in strijd is met goed koopmansgebruik. Verder oordeelt het hof dat het voorschrift dat bij de waardering van pensioenverplichtingen een rekenrente van 4% in aanmerking moet worden genomen niet in strijd is met art. 1 EP EVRM.
De Hoge Raad onderschrijft dat oordeel en verwijst hierbij naar de conclusie van A-G Wattel. De fiscale onderwaardering van een pensioenverplichting maakt volgens de Hoge Raad geen inbreuk op een eigendom of een gerechtvaardigde verwachting. Om die reden is er geen sprake van een schending van art. 1 EP EVRM.
Bron: Hoge Raad 17-03-2023 (ECLI:NL:HR:2023:324), (ECLI:NL:HR:2023:421) en (ECLI:NL:HR:2023:425)
Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp
Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam
Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel
Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam
Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden