Spring naar content

Pas gebruikelijk loon aan als dga niet voor eigen bv werkt

Pas gebruikelijk loon aan als dga niet voor eigen bv werkt

Als niet aannemelijk is dat een dga werkzaamheden voor zijn bv verricht, mag de inspecteur bij hem geen gebruikelijk loon in aanmerking nemen. Zelfs niet als de dga zijn aangifteplicht heeft verzaakt, zodat de bewijslast is omgekeerd.

Een ondernemer drijft in 2015 niet alleen twee eenmanszaken, maar houdt daarnaast 100% van de aandelen in twee bv’s waarvan hij de bestuurder is. Verder
houdt hij 50% van de aandelen in een derde bv. De Belastingdienst rekent de man een gebruikelijk loon toe van in totaal € 124.500. De dga start een beroepsprocedure tegen de opgelegde aanslag inkomstenbelasting. Hij verkeert daarbij echter in een nadeel. Hij heeft namelijk de vereiste aangifte over 2015 niet ingediend, zodat de bewijslast is omgekeerd. 

Een omkering van de bewijslast ontslaat de inspecteur niet van zijn verplichting om een redelijke schatting van het belastbare inkomen te maken, zo redeneert Rechtbank Den Haag. Maar in deze zaak is niet voldaan aan deze verplichting. De fiscus heeft namelijk het gebruikelijk loon berekend met de gedachte dat de man werkzaamheden voor alle drie bv’s heeft verricht. De man is echter geen bestuurder van de bv waarin hij een belang van 50% houdt. Verder is de inschrijving van deze bv in de Kamer van Koophandel in 2014 al doorgehaald. Dat alles maakt het niet aannemelijk dat de man werkzaamheden voor deze bv heeft verricht. Genoeg reden om het totale gebruikelijk loon te verlagen met € 41.100.
Bovendien heeft de inspecteur bij de man een bedrag van € 65.000 aan overige inkomsten in aanmerking heeft genomen. Dit bedrag is opgebouwd uit diverse onderdelen, waaronder een geschat bedrag van € 30.000 aan noodzakelijke leefgeld van de dga en zijn gezin. Maar de rechtbank vindt het niet redelijk om het volledige bedrag van € 30.000 als overige inkomsten in aanmerking te nemen. De Belastingdienst heeft namelijk ook al op grond van stortingen een bedrag van € 13.990 aan winst uit onderneming tot het belastbaar inkomen gerekend. Feitelijk vindt zo een dubbeltelling plaats. De rechtbank corrigeert dit en verlaagt het belastbaar inkomen verder met € 13.990.

 

Bron: Rb. Den Haag 27-01-2021 (gepubl. 25-05-2021) (ECLI:NL:RBDHA:2021:728)