Spring naar content

Ontvangen provisies belast met IB en btw

Verricht iemand als distributeur voor multi-levelmarketingorganisatie werkzaamheden? Dan geniet hij winst uit onderneming voor zowel de inkomstenbelasting als de omzetbelasting. Niet alleen de directe verkoopresultaten zijn belast maar ook de ontvangen provisies.

Een vrouw sluit gedurende de periode 2008-2012 een overeenkomst met een bv die multi-levelmarketingactiviteiten verricht. Volgens die overeenkomst is zij zelfstandig distributeur werkzaam voor die bv. Door de aan- en verkoop van producten heeft zij positieve resultaten behaald. Ook heeft de distributeur provisies ontvangen voor het aanbrengen van nieuwe distributeurs voor de multi-levelmarketingorganisatie en voor de omzet die die distributeurs voor de bv hebben behaald. Niet langer is in geschil dat de opbrengst van de verkoopactiviteiten voor de vrouw winst uit onderneming is.

 

Bij de Hoge Raad is nog wel in geschil of de provisies zijn belast als winst uit onderneming voor de inkomstenbelasting en omzetbelasting. De Hoge Raad onderschrijft het oordeel van het hof dat de provisies belast zijn als winst uit onderneming voor de inkomstenbelasting. De omvang van de provisies is ook afhankelijk van de inspanningen van de vrouw voor de multi-levelmarketingorganisatie. Dat die provisies ook afhankelijk zijn van de inspanningen van anderen is niet van belang. Bovendien maakt dat nog niet dat de opbrengsten speculatief van aard zijn. De Hoge Raad vindt verder de feitelijke vaststelling van het hof dat de provisies redelijkerwijs te verwachten waren, niet onbegrijpelijk. Opbrengsten binnen een multi-levelmarketingorganisatie worden juist gerealiseerd dankzij de inspanningen van personen zoals de vrouw voor de verkoop van de producten en voor de opbouw en het onderhoud van het distributienetwerk.

 

Voor de omzetbelasting is de Hoge Raad het ook eens met het hof. Die bracht met zijn oordeel tot uitdrukking dat de door de vrouw verrichte netwerkactiviteiten berustten op een rechtsbetrekking tussen haar en de bv. Die bv betaalt op grond van die rechtsbetrekking een vergoeding aan de vrouw in de vorm van provisies.

 

De vrouw is nog wel succesvol in haar cassatieberoep tegen het oordeel dat sprake is van voorwaardelijke opzet. Hiervoor is vereist dat de distributeur bij het doen van de aangifte wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat daardoor te weinig belasting zou worden geheven en zij bewust die kans heeft aanvaard dat te weinig belasting zou worden geheven. De aanvaarding van de aanmerkelijke kans dat de inspecteur het standpunt van de vrouw niet zou volgen, brengt nog niet noodzakelijkerwijs mee dat de vrouw welbewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat te weinig belasting zou worden geheven. De opvatting van de inspecteur hoeft volgens de Hoge Raad niet de juiste opvatting te zijn. Bij zijn oordeelsvorming heeft het hof dit miskend.

 

Bron: HR 14-02-2020, nr. 18/00885 (ECLI:NL:HR:2020:270)