Als iemand voor de negende keer in verzuim is, kan men spreken van stelselmatig verzuim. Dat betekent dat de Belastingdienst de maximale boete mag opleggen. De Hoge Raad bevestigt deze gang van zaken zonder verdere motivering.
Een man laat na zijn aangifte inkomstenbelasting 2014 in te dienen. De inspecteur legt hem daarom een ambtshalve aanslag inclusief verzuimboete op. De man tekent bezwaar aan tegen deze aanslag en boete. Hij beweert in 2014 vrijwel geen inkomen te hebben genoten. Dat standpunt weet hij echter nauwelijks te onderbouwen. Dit is voor hem een ongelukkige omstandigheid, want hij heeft al te maken met een omkering van de bewijslast. Bovendien maakt de inspecteur de redelijkheid van zijn berekening van de aanslag aannemelijk. De fiscus wijst erop dat de banksaldi van de man in 2014 zijn gestegen met een bedrag van € 8.377. De omvang van de opgegeven inkomensbestanddelen kunnen deze toename niet verklaren. De man heeft ook geen andere uitleg. De Hoge Raad oordeelt daarom dat de aanslag niet te hoog is. De verzuimboete van € 4.920 is eveneens gepast. Dit is namelijk al de negende keer dat de man in verzuim is. In zo’n geval is sprake van stelselmatig verzuim en kan de inspecteur de maximale verzuimboete (in 2014) opleggen.
Bron: HR 30-10-2020 (ECLI:NL:HR:2020:1697)