Lening aan belangrijke klant is zakelijk

6 april 2020

De fiscus heeft de neiging om een lening door een IB-ondernemer als onzakelijk te bestempelen, als die lening buiten de gebruikelijke ondernemingsactiviteiten is verstrekt. Toch kan ook in een dergelijke situatie de lening niet alleen zakelijk, maar zelfs verplicht ondernemingsvermogen zijn. Dit is onder meer het geval als de schuldenaar een belangrijke klant voor de ondernemer is en de vordering aanvankelijk goed is gedekt.

Een ondernemer met een eenmanszaak verstrekt een lening aan een bv. Het betreft een vennootschap waarvan een holding de bestuurder is. De eenmanszaak haalt meer dan 75% van haar omzet uit transacties met deze holding en haar dochtervennootschappen. Bij wijze van zekerheidstelling verpanden de bv en de dga van de holding twee hypothecaire vorderingen. Ook een andere partij verstrekt een lening vaan de bv. Het terrein waarop het hypotheekrecht was gevestigd wordt uiteindelijk via een executieveiling verkocht tegen een lagere waarde dan verwacht. Daarom wil de ondernemer zijn vordering op de bv afwaarderen. Volgens de inspecteur is afwaardering niet toegestaan, omdat de vordering tot het privévermogen behoort. De ondernemer stelt dat dat de vordering feitelijk verplicht ondernemingsvermogen is, maar de fiscus gaat daarin niet mee.

 

De ondernemer geeft het niet op en stapt naar Hof Arnhem-Leeuwarden. Het hof redeneert dat een lening normaal gesproken ondernemingsvermogen is als geld uitlenen een normale bedrijfsactiviteit van de onderneming is. Ook een belegging van tijdelijke overtollige middelen kan ondernemingsvermogen vormen. Deze twee situaties doen zich hier niet voor. Maar ook dan is kan de lening ondernemingsvermogen zijn als zij uitsluitend het bedrijfsbelang dient. Het hof meent dat dit het geval is. Hierbij speelt een grote rol dat de schuldenaar een belangrijke klant is van de eenmanszaak. Het bedrijf heeft daardoor baat bij het helpen van deze grote afnemer. Het hof oordeelt dat de lening bovendien zakelijk is. Op het moment van het verstrekken van de lening, mocht de ondernemer verwachten dat de bv haar schuld zou aflossen. Er was zelfs een derde bereid de bv een lening te verstrekken tegen vergelijkbare voorwaarden. Het hof oordeelt dat de lening verplicht ondernemingsvermogen is. Het afwaarderingsverlies is dus aftrekbaar.

 

In eerste instantie gaat de staatssecretaris van Financiën in cassatie tegen de hofuitspraak. Maar naderhand erkent hij dat een lening die niet ziet op de dagelijkse activiteiten van de onderneming toch (verplicht) ondernemingsvermogen kan zijn. Ook als geen sprake is van een belegging van tijdelijk overtollige middelen. Daarom trekt de staatssecretaris zijn cassatieberoep in. In zijn toelichting hierop benadrukt hij wel dat zo’n lening voor een zakelijk doel moet zijn verstrekt. Daarnaast moet een nauw verband bestaan tussen de lening en de exploitatie van de onderneming. Dit verband moet de lening dienstbaar maken aan de normale uitoefening van de onderneming.

 

Bron: MvF 26-03-2020 en Hof Arnhem-Leeuwarden 17-12-2019, nrs. 18/01210 en 18/01211

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl