Volgens het Hof Amsterdam werkt een zesdaagse werkweek door bij de berekening van de vermindering ter voorkoming van dubbele belasting. De vermindering daalt doordat de noemer van de dagenbreuk hoger uitvalt.
Een Nederlandse professionele voetballer heeft elf dagen in Spanje gewerkt. Tegen de tijd dat de zaak voor het hof kwam, stond vast dat hij voor die elf dagen recht had op een vermindering ter voorkoming van dubbele belasting. Deze vermindering komt tot stand door het belastbaar inkomen te verminderen met een aftrek. Deze aftrek bedraagt het box 1-inkomen x 11 buitenlandse dagen / totaal aantal werkdagen. Het totaal aantal werkdagen, de noemer in de dagenbreuk, staat echter ter discussie. Volgens de voetballer is de noemer 365 dagen -/- 104 weekeinddagen -/- 29 verlof- en feestdagen. De inspecteur stelt dat de voetballer een zesdaagse werkweek heeft, zodat hij maar 52 weekeinddagen heeft.
Voor het hof stelt de voetballer dat hij een 40-urige werkweek heeft, al is deze anders ingedeeld dan een standaard werkweek. Maar volgens het hof maakt dat niet uit. De voetballer is maar één dag per week volledig vrij. De dagen waarop hij minder dan acht uur werkt, tellen niet als gedeeltelijk vrije dagen. Hij heeft dus geen 104, maar 52 weekeinddagen. De vermindering ter voorkoming van dubbele belasting is daarom lager.
Bron: Hof Amsterdam 11-02-2020, nr. 18/00665 (gepubl. 26-02-2020)