In het geval van een kunstmatige constructie is de inhoudingsvrijstelling van dividendbelasting niet van toepassing. Hof Amsterdam oordeelt dat het gebruik van een lichaam met een materiële onderneming toch kunstmatig kan zijn.
Een naar Belgisch recht opgerichte holding (een nvba) houdt deelnemingen in zeventien vennootschappen in verschillende landen. Diverse dochtervennootschappen van de nvba drijven materiële ondernemingen. Maar er is ook een zogeheten ‘feeder vennootschap’ voor participanten in een fonds van een Nederlandse private equity huis. Het fonds heeft twee parallelle structuren: één voor Nederlandse en Belgische investeerders en één voor overige buitenlandse investeerders. De aandeelhouders van de nvba zijn twee Belgische bvba’s. De aandelen van deze bvba’s zijn (indirect) in handen van leden van een familie in België. Een van deze aandeelhouders is ook gedelegeerd bestuurder van de nvba. Zijn echtgenote verricht juridische en administratieve werkzaamheden voor de bvba en voor de nvba en haar dochtervennootschappen. De echtgenoten voeren hun werkzaamheden voor de nvba uit in een aparte werkruimte in hun woning. Wanneer de feeder vennootschap dividend uitkeert, stelt de nvba dat daarbij de inhoudingsvrijstelling voor de dividendbelasting geldt.
De Belastingdienst meent echter dat de inhoudingsvrijstelling op grond van een antimisbruikbepaling achterwege moet blijven. Het geschil belandt voor Rechtbank Noord-Holland. De rechtbank constateert dat de nvba mede is opgericht en benut om belasting te besparen. Zou de feeder vennootschap namelijk het dividend direct uitbetalen aan de echtgenoten? Dan zou een hoger bedrag aan dividendbelasting zijn verschuldigd. Toch oordeelt de rechtbank dat de fiscus de toepassing van de inhoudingsvrijstelling niet mag weigeren. De reden is dat hier geen sprake is van een volstrekt kunstmatige constructie, aldus de rechtbank.
De inspecteur gaat daarop in hoger beroep. Hof Amsterdam meent dat wel degelijk sprake is van een kunstmatige constructie. Het belang van de nvba in de Nederlandse vennootschap is namelijk niet toe te rekenen aan een materiële onderneming. De kantoorfaciliteiten waarover de nvba kan beschikken, staan ten dienste aan vennootschappen die de bestuursfunctie en administratie verzorgen. Maar zij zien niet op werkzaamheden met betrekking tot de feeder vennootschap. Dat de echtgenoten ook werkzaamheden verrichten voor dochtervennootschappen van de nvba met materiële ondernemingen, doet daar niets aan af. Een andere uitleg maakt immers de antimisbruikbepaling zinloos. Deze bepaling is dan simpelweg te omzeilen door de deelneming in het uitkerende lichaam onder te brengen in een vennootschap met een materiële onderneming. De nvba mag nog tegenbewijs leveren, maar weet het hof niet te overtuigen. Daarom oordeelt het hof dat de inhoudingsvrijstelling achterwege moet blijven.
Bron: Hof Amsterdam 02-06-2022 (gepubl. 15-06-2022) (ECLI:NL:GHAMS:2022:1732)
Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp
Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam
Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel
Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam
Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s). “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.