In de vierde voortgangsbrief Werken als zelfstandige wordt uitgebreid ingegaan op de ontwikkeling van de webmodule. Een belangrijke conclusie is dat het kabinet met onder meer werkgevers, werknemers en zzp’ers in gesprek wil over de vraag wanneer voor een opdracht inhuur van een zzp’er mogelijk is en wanneer iemand eigenlijk werknemer is.
In de dertig pagina tellende voorgangsbrief (inclusief bijlagen) van minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, staatssecretaris Snel van Financiën en staatssecretaris Keijzer van Economische Zaken en Klimaat wordt een overzicht gegeven van de stand van zaken inzake de nieuwe wet- en regelgeving rond het werken als zelfstandige. In de voortgangsbrief wordt uitgebreid ingegaan op de stand van zaken bij de ontwikkeling van de webmodule. De webmodule is bedoeld als een extra, vrijwillig hulpmiddel in het verduidelijken van de regelgeving. Bedrijven die voor een opdracht een zzp’er willen inhuren kunnen deze webmodule straks vooraf invullen. Als uit de beantwoording van de vragen blijkt dat een zzp’er de opdracht mag doen (er buiten dienstbetrekking mag worden gewerkt), krijgt een opdrachtgever een opdrachtgeversverklaring. Deze geeft vooraf zekerheid dat er geen naheffingen komen van de loonbelasting en de werknemersverzekeringen, mits de webmodule naar waarheid is ingevuld.
De ontwikkeling van de webmodule is vergevorderd. Wel blijkt uit een eerste testronde onder eindgebruikers dat de webmodule nog moet worden aangepast. Niet alle vragen zijn even duidelijk en mogelijk kan de vragenlijst korter. Er komt daarom nog een tweede testfase waarbij de vragen opnieuw naar toekomstige gebruikers worden gestuurd. 
Uit de testfase blijkt dat in een substantieel aantal gevallen het mogelijk is vast te stellen dat een opdracht door een zzp’er mag worden uitgevoerd. Maar op basis van de eerste beoordeling blijkt ook dat in een groter aantal gevallen de omstandigheden wijzen op een dienstbetrekking. In een deel van de gevallen kan de webmodule geen uitsluitsel geven. Dit hoeft geen probleem te zijn. Opdrachtgevers kunnen op andere manieren de arbeidsrelatie helder krijgen. Bijvoorbeeld door met de Belastingdienst te overleggen of de manier van werken aan te passen.
Het kabinet vindt het in deze fase verstandig om een breed gesprek te voeren over de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Het kabinet wil daarom komende maanden in gesprek met werkgevers, werknemers, zzp’ers en betrokken organisaties over de vraag voor welke opdracht een bedrijf een zzp’er mag inhuren en wanneer iemand eigenlijk werknemer is. Dit brede gesprek moet het onderscheid helder maken. Ook moet hieruit duidelijk worden wat de maatschappelijke opvattingen zijn.
In het eerste kwartaal van 2020 wil het kabinet de definitieve vragenlijst, de weging van de vragenlijst en de uitkomsten van de testfase naar de Tweede Kamer sturen. Naast de webmodule komt er ook andere wet- en regelgeving. Zo komt er voor zzp’ers een minimumtarief van € 16 per uur en zzp’ers met een tarief van meer dan € 75 per uur kunnen straks voor maximaal een jaar een zelfstandigenverklaring opstellen in overleg met de opdrachtgever. Het wetsvoorstel met beide maatregelen is momenteel in internetconsultatie (tot 9 december 2019).
Bron: Min SZW 22-11-2019, 2019-0000168412