HR: dubbele premieheffing voor Rijnvarenden

23 juli 2020

Volgens de Hoge Raad kan dubbele premieheffing niet worden voorkomen door de Rijnvarendenovereenkomst. De overeenkomst bevat geen procedure om te waarborgen dat dubbele heffing achterwege blijft.

Belanghebbende heeft in de aangiften inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen (hierna: IB/PVV) voor de jaren 2011 tot en met 2013 verzocht om vrijstelling voor de premie volksverzekeringen. Bij het vaststellen van de aanslagen IB/PVV voor de jaren 2011, 2012 en 2013 heeft de inspecteur die vrijstelling niet verleend.

Aan belanghebbende is door de Luxemburgse autoriteiten een E101-verklaring afgegeven voor onbepaalde tijd met ingang van 1 januari 2004. In de verklaring is opgenomen dat belanghebbende is onderworpen aan de Luxemburgse sociale zekerheidswetgeving. Op verzoek van de inspecteur hebben de Luxemburgse autoriteiten de E101-verklaring met terugwerkende kracht tot 1 januari 2007 ingetrokken. De SVB heeft voor de jaren 2011, 2012 en 2013 A1-verklaringen afgegeven waarin staat dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving van toepassing is op belanghebbende over de periode 1 januari 2011 – 31 december 2013.

Voor het hof was in geschil of belanghebbende voor de jaren 2011 tot en met 2013 is vrijgesteld van de heffing van premie volksverzekeringen. Belanghebbende beantwoordt deze vraag bevestigend. Het hof oordeelt dat belanghebbende verzekerings- en premieplichtig is in Nederland. De door de SVB afgegeven A1-verklaring is bindend. Het hof vermindert de aanslagen met de in Luxemburg geheven socialeverzekeringspremies.

In cassatie is de vraag aan de orde of er een rechtsgrond is die inhoudt dat door Luxemburg geheven premies moeten worden verrekend met door de inspecteur te heffen premies. Belanghebbende stelt onder andere dat het Rijnvarendenverdrag een dwingende regeling geeft om de verzekerings- en premieplicht van werknemers die werken in twee of meer staten vooraf te coördineren. De staatssecretaris acht verrekening van de premies niet mogelijk.

De Hoge Raad oordeelt dat dubbele premieheffing niet wordt voorkomen door de Rijnvarendenovereenkomst. De Rijnvarendenovereenkomst voorziet voor een geval waarin een Rijnvarende ondanks het stelsel van de Rijnvarendenovereenkomst gevolgen van dubbele heffing ondervindt, niet in een procedure om te waarborgen dat dubbele heffing achterwege blijft. Het beroep in cassatie van belanghebbende wordt verworpen. Art. 86 van het Rijnvarendenverdrag voorziet voor geschillen tussen verdragsluitende staten slechts in arbitrage op initiatief van die staten.

 

Bron: HR 10-07-2020, nr. 19/04565 (ECLI:NL:HR:2020:1150)

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl

© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s).  “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.