Als een opdrachtgever meent dat hij loonheffingen moet inhouden op een vergoeding voor een opdrachtnemer, moet hij daarover afspraken maken in de overeenkomst van aanneming. Dit blijkt uit een recente uitspraak van Hof Den Haag.
Een vrouw gaat een overeenkomst van opdracht aan met een hogeschool. Zij komen overeen dat de vrouw voor haar werkzaamheden als gastdocente een tarief van € 55 per uur mag declareren. De hogeschool houdt op dit bedrag loonheffing in. De gastdocente is het daar niet mee eens. De hogeschool stelt voor het hof dat de docente per e-mail heeft ingestemd met de inhouding van loonheffingen. Maar het hof haalt uit het e-mailverkeer tussen de partijen dat de vrouw alleen onder voorbehoud heeft ingestemd met de inhouding van premies volksverzekeringen. De gastdocente heeft de hogeschool duidelijk gezegd dat zij niet onder de loonbelasting valt. Het inhouden van loonbelasting is dus in strijd met de afspraken.
De hogeschool stelt daarnaast dat de inspecteur haar kan bestempelen als kwaadwillend als zij geen loonheffing inhoudt op de vergoeding voor de gastdocente. In dat geval riskeert de hogeschool een boete. Volgens de school bestempelt de Belastingdienst de arbeidsverhouding van de gastdocente sinds de invoering van de Wet DBA namelijk als een dienstbetrekking. Het verzet van de gastdocente tegen de inhouding is daardoor in strijd met de redelijkheid en billijkheid. Het hof volgt dit standpunt evenmin. Ten eerste staat niet vast dat de gastdocente haar werkzaamheden in het kader van een fiscale dienstbetrekking verricht. Daarnaast heeft de school het aan zichzelf te wijten als zij toch een fiscale boete riskeert. Zij heeft immers nagelaten bij het sluiten van de overeenkomst afspraken te maken over het inhouden van loonheffingen.
Bron: Hof Den Haag 21-05-2019