De lessor van zaken blijft fiscaal gezien de eigenaar als het restwaarderisico bij hem blijft. In dat geval moet de ontvanger van de belastingen terughoudend zijn met het uitoefenen van zijn bodemrecht.
Een bv leaset 47 machines met een totale aanschafwaarde van € 4.806.987,50 aan een vennootschap. Aanvankelijk staat in de leaseovereenkomsten dat de vennootschap als lessee de onderhoudskosten betaalt. Na een aanpassing van de overeenkomst komen de onderhoudskosten voor rekening van de bv als lessor. De enig bestuurder van de bv is tevens de enig bestuurder van het lichaam dat de vennootschap bestuurt. De financier van de bv neemt op 21 juli 2017 alle machines in vuistpand en verwijdert hen van de bodem van de vennootschap. De vennootschap staakt haar activiteiten en gaat op 1 augustus 2017 failliet. Op dat moment heeft zij een belastingschuld van € 772.292.
De ontvanger van de belastingen stelt dat de bv handelingen heeft verricht waardoor de bodemzaken die bij de vennootschap hebben gestaan niet meer als zodanig kwalificeren. Volgens de ontvanger heeft de bv hem moeten mededelen dat zij van plan was deze handelingen te verrichten. Nadat hij de executiewaarde van de bodemzaken vaststelt op € 2.761.107,87 bepaalt de ontvanger per beschikking dat de bv de fiscus € 772.292 moet betalen. De bv gaat in beroep tegen de desbetreffende beschikking. Zij wijst op een uitzondering op de meldingsplicht die geldt als de lessor fiscaal gezien de reële eigendom van de geleasede zaken heeft. Maar zij weet voor Rechtbank Den Haag niet aannemelijk te maken dat zij de reële eigendom van de machines heeft. De rechtbank verklaart daarom het beroep van de bv ongegrond.
Wanneer de bv in hoger beroep gaat, merkt Hof Den Haag op dat de machines na de leasetermijn nog steeds een restwaarde hebben. Het restwaarderisico ligt dus bij de bv als lessor. Dat de restwaarde en de fiscale kostprijs niet in de overeenkomsten zijn opgenomen, doet daar niets aan af. Verder is het restwaarderisico niet afgedekt. De bv is dus fiscaal gezien de eigenaar van de machines. Het hof vernietigt dan ook de beschikking van de fiscus. Bovendien kent het hof de bv een proceskostenvergoeding toe van € 10.000. Dit bedrag overtreft de vergoeding volgens de forfaitaire berekening. De reden is dat de ontvanger onwelwillend is geweest om serieus en onbevooroordeeld naar de bv te luisteren. Hij heeft bijvoorbeeld iedere opmerking van de bv betwist en voor iedere uitlating om meer bewijs gevraagd.
Bron: Hof Den Haag 29-06-2022 (gepubl. 28-07-2022) (ECLI:NL:GHDHA:2022:1167), Rb. Den Haag 04-06-2021 (gepubl. 05-08-2021) (ECLI:NL:RBDHA:2021:8458)
Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp
Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam
Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel
Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam
Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s). “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.