Een vennootschap die kan beschikken over de middelen van een dochtervennootschap in het buitenland, heeft voor de btw-heffing geen vaste inrichting in het buitenland.
Een Duitse AG behoort tot een groep die in Roemenië geregeld farmaceutische producten verkoopt aan groothandelaren. De AG houdt 95% van de aandelen in een Duitse GmbH, die weer alle aandelen in een Roemeense vennootschap bezit. De AG is de enige klant van de Roemeense vennootschap. De Roemeense vennootschap heeft zich verplicht om in naam en voor rekening van de AG kwesties op het gebied van reclame, informatie en promotie te regelen. Daarnaast neemt zij bestellingen van Roemeense groothandelaren aan en verzorgt de facturen van de AG. Daarvoor betaalt de AG een maandelijkse kostenvergoeding plus opslag. De Roemeense vennootschap meent dat zij deze diensten in Duitsland verricht. Daarom brengt zij de AG geen Roemeense btw in rekening.
De Roemeense belastingdienst vindt dat de AG in Roemenië een vaste inrichting heeft. Daarom stelt deze belastingdienst dat de Roemeense vennootschap Roemeense btw had moeten factureren en afdragen. Vervolgens krijgt de Roemeense vennootschap een naheffingsaanslag Roemeense btw opgelegd. Zowel de Roemeense vennootschap als de AG verzetten zich tegen die naheffingsaanslag. De Roemeense rechter stelt vast dat hij eerst moet bepalen of de AG in Roemenië een vaste inrichting heeft. Maar hij heeft nog vragen over de voorwaarden voor de aanwezigheid van een buitenlandse vaste inrichting voor toepassing van de btw. Daarom stelt hij het Hof van Justitie van de EU prejudiciële vragen over de aanwezigheid van een vaste inrichting voor btw-doeleinden in een andere staat dan de vestigingsstaat. Deze vragen luiden:
Het antwoord van het Hof van Justitie ziet op de situatie waarin een vennootschap een dochtervennootschap heeft in een andere staat dan haar eigen vestigingsstaat. Deze buitenlandse dochtervennootschap stelt personeel en technische middelen ter beschikking aan haar moedermaatschappij. Dat gebeurt in het kader van overeenkomsten waarbij de dochter uitsluitend voor die moeder diensten verleent op het gebied van marketing, regelgeving, reclame en vertegenwoordiging. Die diensten kunnen haar verkoopvolume direct beïnvloeden. In deze situatie heeft de moedermaatschappij geen vaste inrichting in de andere staat.
Bron: EU Hof van Justitie 07-04-2022, (ECLI:EU:C:2022:291)
Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp
Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam
Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel
Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam
Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn
Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden
© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s). “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.