Fiscale maatregelen Voorjaarsnota 2022

8 juni 2022

Het kabinet heeft op 20 mei de Voorjaarsnota aangeboden aan de Tweede Kamer. In deze Voorjaarsnota worden door het kabinet de nodige fiscale lastenverzwaringen aangekondigd om daarmee de benodigde extra uitgaven te kunnen dekken in verband met de hoogoplopende inflatie en het rechtsherstel dat geboden moet worden ten aanzien van box 3. 

Via dit nieuwsbericht informeren wij u over de belangrijkste voorgenomen fiscale maatregelen.

Vennootschapsbelasting

1.   Neerwaartse aanpassing schijfgrens

In 2022 bedraagt het vennootschapsbelastingtarief 15% over de eerste € 395.000 aan belastbaar bedrag en het eventuele meerdere wordt belast tegen 25,8%. Het kabinet gaat met ingang van 1 januari 2023 de schijfgrens verlagen naar € 200.000 (dezelfde grens als tot en met 2020). Vooralsnog worden de tarieven nog niet aangepast. De door het kabinet verwachte budgettaire opbrengst van deze maatregel bedraagt € 1,3 miljard per jaar.

Inkomstenbelasting

1.   Tweeschijvenstelsel box 2

Inkomsten uit aanmerkelijk belang worden op dit moment belast tegen 26,9%. Met ingang van 2024 wil het kabinet een tweeschijvenstelsel in box 2 invoeren. Per belastingplichtige wordt een inkomen uit aanmerkelijk belang tot € 67.000 belast tegen 26% en het meerdere tegen 29,5%. Deze maatregel zou structureel € 70 miljoen per jaar moeten opleveren.

Samen met de aanpassing van de schijfgrens voor de vennootschapsbelasting is het maximale gecombineerd tarief voor de vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting de komende jaren als volgt:

Gecombineerd tarief VPB/IB 2022 2023 2024
Winst tot € 67.000 37,87% 37,87% 37,10%
Winst vanaf € 67.000 tot € 200.000 37,87% 37,87% 40,08%
Winst vanaf € 200.000 tot € 395.000 37,87% 45,76% 47,69%
Winst vanaf € 395.000  45,76% 45,76% 47,69%

2.   Afzien verhoging heffingsvrij vermogen box 3

Het kabinet ziet af van de voorgenomen verhoging in drie stappen van het heffingsvrij vermogen van € 50.650 naar € 80.000 per persoon, vanwege het rechtsherstel dat het moet bieden ten aanzien van de box 3-heffing. Het afzien van deze verhoging van het heffingsvrij vermogen zou naar verwachting jaarlijks € 300 miljoen moeten opleveren.

3.   Afschaffing fiscale oudedagsreserve

Met ingang van 2023 wil het kabinet voor IB-ondernemers die voldoen aan het urencriterium de mogelijkheid tot het opbouwen van een fiscale oudedagsreserve (FOR) afschaffen (in 2022 maximaal 9,44% van de winst met een maximum van € 9.632). Reeds bestaande oudedagsreserves zullen volgens de huidige regels worden afgewikkeld. Wel wordt de ruimte vergroot om in de derde pijler fiscaal gefaciliteerd pensioen op te bouwen. Deze verruiming geldt voor zowel IB-ondernemers als niet IB-ondernemers.

4.   Afbouw algemene heffingskorting

De algemene heffingskorting is op dit moment maximaal € 2.888, maar wordt afgebouwd voor zover het box 1-inkomen hoger is dan € 21.317. Het kabinet wil vanaf 2025 de afbouw van de algemene heffingskorting naast het box 1-inkomen afhankelijk stellen van het inkomen in box 2 en box 3. Belastingplichtigen met voornamelijk inkomen in box 2 en/of box 3 zullen dus eerder met de afbouw van de algemene heffingskorting worden geconfronteerd. Het kabinet verwacht een budgettaire jaarlijkse opbrengst van € 325 miljoen.

5.   Geen verhoging ouderenkorting

In het coalitieakkoord was overeengekomen om de ouderenkorting te verhogen met € 386. Deze verhoging zal toch niet worden doorgevoerd, waardoor jaarlijks zo’n € 600 miljoen wordt bespaard. Deze maatregel zal met name de ouderen met middeninkomens raken.

De hoogte van AOW-uitkeringen wordt vanaf 2023 wel gekoppeld aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon. In 2023 en 2024 worden het wettelijk minimumloon en de AOW-uitkeringen verhoogd met 2,5% en met 2,32% in 2025. De verhoging van de AOW-uitkeringen kost volgens het kabinet € 2,4 miljard in 2027 en wordt voor € 1,8 miljard gedekt door het afschaffen van de Inkomensondersteuning AOW (IOAOW), het terugdraaien van de verhoging van de ouderenkorting en het afschaffen van de FOR.

Loonbelasting

1.   Beperking 30%-regeling

Uit het buitenland aangeworven werknemers komen onder bepaalde voorwaarden in aanmerking voor de 30%-regeling, waardoor zij gedurende maximaal 5 jaar in beginsel 30% van hun salaris onbelast kunnen ontvangen. Het kabinet stelt voor om toepassing van de 30%-regeling in 3 jaarlijkse stappen te beperken tot maximaal de WNT-norm, voor de meesten beter bekend als de Balkenende-norm (€ 216.000 in 2022). Het eventuele salaris boven de Balkenende-norm wordt dan (regulier) volledig belast. Er zou wel sprake zijn van een overgangsregeling. Deze maatregel zou structureel € 85 miljoen per jaar moeten opleveren.

2.   Aanscherping gebruikelijk loon directeurgrootaandeelhouder (dga)

Personen die werkzaamheden verrichten voor een vennootschap waarin zijzelf of hun fiscaal partner een aanmerkelijk belang bezitten, moeten een gebruikelijk loon in aanmerking nemen. In beginsel is dit gebruikelijk loon 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking. Het kabinet wil deze doelmatigheidsmarge verhogen naar 85%, waardoor dga’s een hoger gebruikelijk loon zouden moeten krijgen en in box 1 meer belasting gaan betalen. Volgens het kabinet levert dit in het eerste jaar € 321 miljoen op. Deze opbrengst daalt in latere jaren, omdat het hogere gebruikelijk loon leidt tot een daling van de fiscale claim in box 2. De structurele opbrengst zou € 25 miljoen per jaar bedragen.

3.   Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding

Vanwege de hoge brandstofprijzen wil het kabinet de reeds in het coalitieakkoord opgenomen verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding een jaar naar voren halen. Met ingang van 2023 stijgt de onbelaste reiskostenvergoeding van € 0,19 per kilometer naar € 0,21 per kilometer. Met ingang van 2024 zal de onbelaste reiskostenvergoeding verder stijgen, vermoedelijk naar € 0,24.

Schenkbelasting

1.   Verlaging schenkingsvrijstelling eigen woning

Met ingang van 2023 wil het kabinet de schenkingsvrijstelling voor de eigen woning verlagen van € 106.671 (bedrag voor 2022) naar € 27.231. Hiermee komt deze vrijstelling op hetzelfde niveau als de eenmalige verhoging van de vrijstelling voor ouders aan hun kinderen. Ouders die nog de “jubelton” aan hun kinderen willen schenken, dienen dat dus nog in 2022 te doen. De verlaging van de schenkingsvrijstelling levert volgens het kabinet jaarlijks € 7 miljoen op.

Overdrachtsbelasting

1.   Verhoging algemeen tarief

In het coalitieakkoord was al overeengekomen om het algemene tarief in de overdrachtsbelasting te verhogen van 8% naar 9% in 2023. Het kabinet wil het algemene tarief nu nog verder gaan verhogen tot 10,10%. Voor verkrijgingen van woningen door mensen die deze woning zelf gaan bewonen, blijft het tarief 2% of 0% in het geval de startersvrijstelling kan worden toegepast. Met name vastgoedbeleggers worden dus door deze maatregel getroffen. Volgens het kabinet zou deze maatregel jaarlijks € 325 miljoen opleveren.

Omzetbelasting en accijns

1.   Tijdelijk 9% btw op energie

Al voor de Voorjaarsnota heeft het kabinet aangekondigd om voor de periode van 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022 het btw-tarief op de levering van aardgas via het aardgassysteem, stadsverwarming via het warmtenet en elektriciteit via het elektriciteitsnet te verlagen van 21% naar 9%. De btw-verlaging dient de gevolgen van de stijging van de energieprijzen iets te verzachten.

2.   0% btw op zonnepanelen

Vanaf 2023 wil het kabinet het btw-tarief van 0% toepassen op de levering en installatie van zonnepanelen op of in de onmiddellijk nabijheid van woningen. Op dit moment is de levering en installatie van zonnepanelen belast met 21% btw, maar kunnen particulieren de btw op de aanschaf en installatie van de zonnepanelen als btw-ondernemer terugvragen. Door invoering van het 0%-tarief kunnen de teruggaveverzoeken door particulieren achterwege blijven, hetgeen voor deze particulieren en de Belastingdienst minder administratieve handelingen zou moeten opleveren.

3.   Tijdelijke accijnsverlaging brandstof

Al per 1 april 2022 heeft het kabinet de accijns op benzine, diesel en LPG verlaagd met respectievelijk € 0,173, € 0,111 en € 0,041 per liter. Net als de tijdelijke verlaging van het btw-tarief op energie loopt deze tijdelijke accijnsverlaging in principe tot en met 31 december 2022.

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl

© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s).  “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.