Als iemand weigert om inzage te verstrekken in buitenlandse spaartegoeden? Dan kan dat uiteindelijk leiden tot tenuitvoerlegging van dwangbevelen.
Een vrouw heeft vermogen uitstaan op spaarrekeningen in Luxemburg. Deze tegoeden heeft zij nooit aangegeven in de aangifte inkomsten- of vermogensbelasting. Zelfs toen de Belastingdienst erachter kwam dat de vrouw buitenlandse spaarrekeningen had, heeft zij geweigerd inzage te verstrekken. De Belastingdienst heeft vervolgens eind 2003 en begin 2004 navorderingsaanslagen opgelegd. Deze aanslagen zijn gebaseerd op schattingen. De vrouw heeft tot aan de Hoge Raad over de navorderingsaanslagen geprocedeerd. Deze heeft de aanslagen in stand gelaten voor zover het de schattingen betrof. Op 16 juni 2014 heeft de vrouw alsnog inzage gegeven in de buitenlandse bankrekeningen. Daaruit is gebleken dat de werkelijke tegoeden lager zijn. De vrouw heeft tevergeefs om ambtshalve verlaging van de aanslagen verzocht. Vervolgens heeft de ontvanger dwangbevelen uitgebracht die hij ten uitvoer wil leggen.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of de ontvanger in redelijkheid tot tenuitvoerlegging van de dwangbevelen mag overgaan. Hierbij is volgens het hof relevant dat de vrouw haar buitenlandse vermogen niet heeft opgegeven aan de Belastingdienst, terwijl ze dit wel had moeten doen. Zelfs niet toen de Belastingdienst op de hoogte kwam van het feit dat de vrouw buitenlandse spaarrekeningen had. De Belastingdienst moest onder die omstandigheden daarom wel aanslagen opleggen die gebaseerd zijn op schattingen Tegen die aanslagen heeft een met voldoende waarborgen omklede rechtsgang opengestaan. De vrouw heeft hiervan ook gebruikgemaakt, maar de Hoge Raad heeft de aanslagen voor wat betreft de schattingen gehandhaafd. De aanslagen staan daardoor onherroepelijk vast. Dat bij de aanslagen schattingen zijn gebruikt waardoor die mogelijk niet overeenstemmen met de materiële belastingschuld komt door de proceshouding van de vrouw. Daarom handelt de ontvanger niet in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Hij kan dan ook tot tenuitvoerlegging van de dwangbevelen overgaan.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 17-08-2021 (gepubl. 19-08-2021) (ECLI:NL:GHARL:2021:7862)