Door ‘vergeten’ testament geen erfenis geregistreerd
partner
Bij beoordeling en uitleg van een
testament komt het niet alleen aan op de heldere en duidelijke
bewoordingen van het testament. Ook moet worden gelet op de
verhoudingen die de erflater met het testament kennelijk heeft
willen regelen en op de omstandigheden waaronder het testament is
opgemaakt.
Een man en vrouw waren gehuwd. Uit dat
huwelijk zijn twee kinderen geboren. Het huwelijk is door
echtscheiding ontbonden. Op 24 juni 2009 is de man een
geregistreerd partnerschap aangegaan met een andere dame. Daarbij
zijn geen partnerschapsvoorwaarden opgemaakt. De man overlijdt op
21 december 2018. In zijn testament heeft hij alleen zijn twee
zonen tot wettige erfgenamen benoemd.
De
partner is het niet eens met het testament. Volgens de vrouw kunnen
de zonen geen rechten aan het testament ontlenen. Haar partner is
vergeten dat er al een testament was, althans vergeten dit te
herroepen vanwege de ingrijpende gewijzigde omstandigheden. Die
omstandigheden zijn het geregistreerde partnerschap, het overlijden
van de ex-echtgenote en het feit dat de kinderen meerderjarig zijn.
De rechtbank constateert echter dat het testament in taalkundige
zin helder is. De man heeft volgens het testament zijn twee
kinderen benoemd tot zijn enige erfgenamen. Toch moet ook worden
gelet op de verhoudingen die de man in zijn testament kennelijk
heeft willen regelen en op de omstandigheden waaronder het
testament is opgemaakt. Pas als de tekst van het testament dan nog
onduidelijk is, mag worden gelet op daden of verklaringen van de
erflater buiten het testament om.
Volgens de rechtbank staat vast dat de man
heeft willen voorkomen dat zijn ex-echtgenote zeggenschap over zijn
vermogen zou krijgen. Daarvoor is het voor de man niet noodzakelijk
om zijn kinderen tot erfgenamen te benoemen. Hij had ook een derde
tot erfgenaam kunnen benoemen om dat doel te bereiken. Bovendien is
het niet ongebruikelijk om bij een tweede huwelijk of een
geregistreerd partnerschap de kinderen uit het eerste huwelijk tot
erfgenamen te benoemen. Anders gezegd om niet te kiezen voor de
wettelijke verdeling. Volgens de rechtbank is er daarom geen
aanleiding om een andere uitleg aan het testament te geven dan de
uitleg die volgens de bewoordingen het meest voor de hand ligt. De
man heeft zijn kinderen tot enige erfgenamen willen benoemen. Daden
of verklaringen buiten het testament om zijn dan ook niet meer
relevant en doen niets af aan de rechtskracht van het testament. De
rechtbank heeft wel begrip voor het gevoel van de partner dat het
onredelijk is dat haar stiefzonen een deel van de erfenis van haar
ouders krijgen. Echter dat komt doordat geen
partnerschapsvoorwaarden zijn gemaakt. De vrouw ondervindt daarvan
de gevolgen maar dat doet verder niets af aan de rechtskracht van
het testament.
Bron: Rb. Den Haag 17-02-2021
(ECLI:NL:RBDHA:2021:1204)