Box 3 op stelselniveau strijdig met discriminatieverbod

23 augustus 2021

Rechtbank Noord-Nederland vindt de keuze van de wetgever om alle belastingplichtigen voor box 3 in het nieuwe stelsel vanaf 2017 over één kam te scheren evident van redelijke grond ontbloot. Het stelsel is in strijd met het discriminatieverbod. De rechtbank kan het ontstane rechtstekort echter niet zelf repareren. Dat moet de wetgever doen.

Het vermogen van man bestaat met name uit spaartegoeden. Hij is het niet eens met de verschuldigde box 3-heffing over zijn vermogen en is in beroep gegaan bij Rechtbank Noord-Nederland. Dit is een van de zaken die is geselecteerd als proefprocedure voor het massaal bezwaar box 3 voor 2017 en 2018.
De rechtbank moet antwoord geven op de vraag of de vermogensrendementsheffing in de jaren 2017 en 2018 in strijd is met het discriminatieverbod van art. 14 EVRM. Met name of de forfaitaire elementen van het stelsel in onderlinge samenhang bezien, het heffingsvrije vermogen en het belastingtarief van 30% strijdig zijn met het discriminatieverbod.
Volgens de rechtbank heeft de wetgever geweten dat sparen en beleggen twee verschillende activiteiten zijn, tenminste als het gaat om de opbrengsten. In 2017 zijn de veronderstelde rendementen op beleggingen circa 3,3 maal zo hoog als op spaartegoeden. Voor 2018 geldt dat de rendementen op beleggingen circa 14,9 keer zo hoog zijn als op spaartegoeden.
De wetgever heeft ook geweten dat circa 40% van de belastingplichtigen in box 3 alleen spaartegoeden heeft. Gelet op voornoemde kennis meent de rechtbank dat de keuze van de wetgever om alle belastingplichtigen voor box 3 over één kam te scheren evident van redelijke grond is ontbloot. De wetgever heeft bewust gekozen om de 40% die uitsluitend over spaartegoeden bezitten, te belasten alsof zij ook hun vermogen deels hebben belegd. De rechtbank vindt eenvoud en het voorkomen van arbitrage geen goede redenen om een groep van 40% van de belastingplichtigen te confronteren met een onredelijk hoge belastingdruk. De rechtbank is dan ook van mening dat de regeling op stelselniveau in strijd is met het discriminatieverbod van art. 14 EVRM. Het rechtstekort kan de rechtbank echter niet zelf herstellen. Daarvoor moeten politieke keuzen gemaakt worden en dat is voorbehouden aan de wetgever. De rechtbank verklaart daarom het beroep ongegrond.

 

Bron: Rb. Noord-Nederland 02-08-2021 (gepubl. 12-08-2021) (ECLI:NL:RBNNE:2021:3208)

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl

© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s).  “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.