In beginsel mag de inspecteur bij het vaststellen van een aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen uitgaan van de juistheid van de gegevens uit de aangifte. Alleen als de inspecteur aan de juistheid van enig in de aangifte opgenomen gegeven in redelijkheid behoort te twijfelen, moet hij extra onderzoek verrichten.
Tot 1 juli 2013 is een werknemer in dienst van het UWV. De werkgever wil de werknemer ontslaan en betaalt hem een beëindigingsvergoeding van € 41.033 bruto. € 9.400 van de € 41.033 ontving de man onbelast. Voor het volgen van een opleiding wenst de ex-werknemer € 8.900 als scholingsuitgaven in aftrek te brengen in zijn aangifte inkomstenbelasting. Bij controle van de aangifte over 2015 komt de inspecteur er achter dat de man in 2013 scholingsuitgaven in mindering heeft gebracht. Na een verzoek om informatie van de inspecteur, heeft de man aangegeven dat de opleiding was bekostigd uit het onbelaste ontvangen gedeelte van de ontbindingsovereenkomst.
In geschil bij Hof Arnhem-Leeuwarden is of sprake is van een nieuw feit of een ambtelijk verzuim. Het hof is van mening dat de aftrek van scholingsuitgaven uit een onbelaste vergoeding niet mogelijk is, omdat de kosten niet op de man hebben gedrukt. Volgens het hof is het zeer wel mogelijk dat de ex-werknemer een opleiding heeft gevolgd die hij zelf heeft bekostigd, of dat de scholingskosten door hem waren betaald anders dan uit de onbelaste vergoeding. Daarom heeft de inspecteur geen ambtelijk verzuim begaan en is sprake van een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt.
Bron: Hof Arnhem-Leeuwarden 29-01-2019, nr. 18/00229 (ECLI:NL:GHARL:2019:732)