Akkoord belanghebbende verlengt redelijke termijn niet

26 maart 2021

Volgens de Hoge Raad bestaat er ook recht op immateriële schadevergoeding als de belastingplichtige heeft ingestemd met verlenging van de beslistermijn op bezwaar.

Een man woont in 2007 in Nederland. Hij is als binnenvaartschipper werkzaam op een schip en in dienst van een Luxemburgse werkgever. Op 16 juni 2010 heeft de Administratieve Rechtbank van het Groothertogdom Luxemburg beslist dat de werkgever geen exploitant in de zin van bestaande verdragen is. Ook is hij geen exploitant in de zin van de Luxemburgse wet- en regelgeving.

De binnenvaartschipper was het er niet eens dat hij premie volksverzekeringen verschuldigd was in Nederland. Hij maakte in augustus 2010 dan ook bezwaar tegen de verschuldigde premie volksverzekeringen. Nadat de Belastingdienst daarom had gevraagd heeft de binnenvaartschipper in augustus 2010 ingestemd met verlenging van de termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar. De Belastingdienst heeft op 11 augustus 2017 op het bezwaarschrift beslist.

In geschil bij de Hoge Raad is of de binnenvaartschipper in aanmerking komt voor vrijstelling voor de premie volksverzekeringen. Ook is in geschil of de redelijke termijn om op bezwaar te beslissen door instemming van de binnenvaartschipper is verlengd of niet.

Het hof oordeelde eerder dat de binnenvaartschipper niet aannemelijk heeft gemaakt dat de werkgever van 1 januari tot en met 9 augustus 2007 diegene was die het schip daadwerkelijk heeft geëxploiteerd. De binnenvaartschipper heeft volgens het hof ook niet bewezen dat die werkgever beslissingsbevoegd is voor het economische en commerciële management van het schip. Bij de beoordeling hiervan komt aan de Rijnvaartverklaring of de exploitantenvergunning namelijk geen doorslaggevende betekenis toe. Het hof concludeert dat de binnenvaartschipper geen recht heeft op vrijstelling van premie volksverzekeringen. De binnenvaartschipper gaat hiertegen tevergeefs in cassatie, omdat dit oordeel gaat om een aan het hof voorbehouden waardering van feiten.

Anders dan het hof heeft geoordeeld, oordeelt de Hoge Raad dat de instemming van de binnenvaartschipper om de beslistermijn voor het bezwaarschrift te verlengen geen bijzondere omstandigheid is. Hierdoor wordt de redelijke termijn voor behandeling van het bezwaarschrift niet verlengd. De binnenvaartschipper heeft daarom recht op een immateriële schadevergoeding voor het overschrijden van de redelijke termijn om uitspraak op bezwaar te doen door de inspecteur.

 

Bron: HR 19-03-2021 (ECLI:NL:HR:2021:416)

Amsterdam

Mercuriusplein 1
2132 HA Hoofddorp

Postadres
Postbus 74681
1070 BR Amsterdam

020 653 18 12

Amsterdam@pkfwallast.nl

Rotterdam

Schaardijk 372
2909 LA Capelle aan den IJssel

Postadres
Postbus 84030
3009 CA Rotterdam

010 450 40 20

Rotterdam@pkfwallast.nl

Delft

Delftechpark 40
2628 XH Delft

Postadres
Postbus 332
2600 AH Delft

015 261 31 21

Delft@pkfwallast.nl

Woerden

Pompmolenlaan 9
3447 GK Woerden

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0348 416 262

Woerden@pkfwallast.nl

Alphen aan den rijn

Europaplein 10F
2408 GX Alphen aan den Rijn

Postadres
Postbus 533
3440 AM Woerden

0172 748 218

AlphenaandenRijn@pkfwallast.nl

© PKF Wallast is a member of PKF Global, the network of member firms of PKF International Limited, each of which is a separate and independent legal entity and does not accept any responsibility or liability for the actions or inactions of any individual member or correspondent firm(s).  “PKF" and the PKF logo are registered trademarks used by PKF International Limited and member firms of the PKF Global Network. They may not be used by anyone other than a duly licensed member firm of the Network.